Investeren in schepen: beleggen met subsidie

Zowel op de radio als in de kranten wordt reclame gemaakt voor het investeren in schepen. Beleggers kunnen meer dan hun inleg terugkrijgen via de fiscus. Dit geldt alleen voor mensen die meer dan 70.000 euro per jaar verdienen. Rijke beleggers investeren bijvoorbeeld 15.000 euro en krijgen over 2009 en 2010 zo'n 22.000 euro terug van de fiscus. Dat maakt beleggen heel aantrekkelijk.

Deze beleggers moeten na verloop van tijd iets terugbetalen aan de Belastingdienst. Daardoor wordt hun voordeel wat minder. Feit blijft dat het overgrote deel van de inleg door de fiscus wordt betaald. Het is dus eigenlijk beleggen met subsidie.

De beleggers nemen dus een aandeel in het schip. Ze krijgen rendement uitgekeerd als het schip gaat varen, maar ook als het wordt verkocht. Zij kunnen gratis een gokje wagen, omdat ze hun inleg vrijwel geheel terugkrijgen van de Belastingdienst.

Regeling willekeurig afschrijven

Dit komt omdat er bij deze producten op een slimme manier gebruik wordt gemaakt van de 'regeling willekeurig afschrijven'. Dat is een tijdelijke regeling die de overheid heeft ingevoerd om de economie te stimuleren.

Deze regeling is bedoeld voor ondernemers. Zij kunnen investeringen in twee jaar van hun winst afschrijven tot de restwaarde. Daardoor hoeven ze in die twee jaar minder belasting te betalen. Je kunt niet alleen het eigen vermogen afschrijven, maar ook het geld dat geleend wordt om deze investering te doen. Het wordt dus aantrekkelijk om te investeren en dat is goed voor de economie.

Beleggers zijn echter geen ondernemers en kunnen dus geen gebruik maken van deze regeling. De investeringsproducten in schepen maken via een slimme constructie ondernemers van deze beleggers. Zo kunnen deze 'papieren ondernemers' gebruik maken van de regeling.De constructie

Met alle beleggers die willen investeren in schepen wordt een maatschap gevormd. Een maatschap is een bepaalde vorm van onderneming. Deelnemers in de maatschap zijn allemaal ondernemers.

Deze maatschap koopt het schip. De beleggers investeren dus als ondernemers, en kunnen hun inleg (bijvoorbeeld 15.000 euro) als investering afschrijven van de inkomstenbelasting. Over dat bedrag hoeven ze geen belasting te betalen.

Voor de schepen wordt ook een hypotheek aangevraagd. Ze worden dus maar voor een deel gefinancierd met het geld van de beleggers. De beleggers kunnen niet alleen hun eigen inleg aftrekken van de inkomstenbelasting, maar ook hun deel van die financiering. Daardoor krijgen ze in eerste instantie meer terug dan ze hebben ingelegd, bijvoorbeeld 22.000 euro.

Nadat het schip is aangekocht wordt de maatschap overgeheveld naar een naamloze vennootschap (NV). Dat is belangrijk om te doen, omdat in de maatschap de beleggers aansprakelijk zijn voor de schulden die worden gemaakt. Dat is niet aantrekkelijk voor particuliere beleggers, want dan lopen ze enorme risico's.

 Claim

Bij een naamloze vennootschap is de aansprakelijkheid anders geregeld. Het overhevelen betekent ook dat er een belastingclaim ontstaat. De beleggers moeten belasting betalen over de negatieve verkrijgingprijs (de totale aftrekpost minus de inleg) en over de waarde van het aandeel. Het gaat dan om 25% (in het voorbeeld zo'n 7.000 euro).

De belegger kan zelf bepalen wanneer deze claim wordt betaald, tenminste totdat het schip is verkocht. Tot de claim is afgelost kan de belastingbetaler zelf bepalen wat er met het geld gebeurt. Het zou bijvoorbeeld op een spaarrekening gezet kunnen worden en daar kunnen groeien.

Ook over de winst die behaald wordt, zal de belegger belasting moeten betalen. Maar de winst kan behaald worden zonder dat de belegger daar een groot risicokapitaal voor in hoeft te zetten. De inleg wordt namelijk voor een groot deel door de fiscus terugbetaald.Juridisch juist

De constructie zoals deze wordt toegepast is juridisch juist. De rederijen hebben namelijk allemaal een vaststellingsovereenkomst of een ruling laten tekenen door de Belastingdienst waarin specifieke afspraken worden gemaakt met de rederijen. Met deze overeenkomst wordt eigenlijk gezegd dat de regels op een juiste manier worden toegepast, en dus dat het juridisch juist is.Nederlandse economie

Het is de vraag of de Nederlandse economie hiermee geholpen wordt. De schepen worden namelijk bijna allemaal in Azië gebouwd. Van de vijf schepen die momenteel worden aangebonden, wordt er maar één in Nederland gebouwd, de rest in India, Vietnam, Zuid-Korea en China. Het geld dat wordt geïnvesteerd komt dus nauwelijks in de Nederlandse economie terecht.

Ook is er momenteel een overschot aan schepen. Dat betekent dat er meer schepen zijn dan lading, met als gevolg dat veel schepen niet geheel beladen rondvaren. Ook komt het hierdoor voor dat schepen aan de ketting worden gelegd. Door nu te investeren in schepen bestaat het gevaar dat er ook als het economisch beter gaat een overschot is. Je mag je dus afvragen of het wenselijk is om deze branche te stimuleren.Reactie ministerie van Financiën

Het ministerie van Financiën heeft hierop schriftelijk gereageerd. De regeling blijft van kracht voor 2009 en 2010. Staatssecretaris De Jager wil wel voorkomen dat de beleggers dubbel voordeel genieten. U kunt de reactie hier lezen.