Koopkrachtverlies soms groter dan gedacht

De maatregelen in het regeerakkoord lijken meer gevolgen te hebben voor de koopkracht van mensen dan het kabinet eerder aangaf. Dit blijkt uit een brief die minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) woensdag naar de Tweede Kamer stuurde.

Een alleenstaande met een modaal inkomen (33.000 euro) gaat er 2 procent op vooruit, een alleenstaande ouder met een minimuminkomen moet het met 5,25 procent minder doen. Een alleenstaande ouder met een inkomen van 2 keer modaal, verliest 5,75 procent aan koopkracht. Bij de uitkeringsgerechtigden verliest een alleenstaande ouder in 4 jaar tijd 5,25 procent. Daarvan is 1,75 procentpunt het gevolg van maatregelen uit het nieuwe regeerakkoord, de overige 3,5 procent was al het gevolg van eerdere maatregelen die zijn opgenomen in het zogeheten 'basispad'.

Uit berekeningen van Asschers ambtenaren blijkt dat 1 op de 7 huishoudens er de komende 4 jaar in totaal tussen de 5 en de 10 procent op achteruit gaat en dat 3 procent van de huishoudens meer dan 10 procent aan koopkracht verliest.

De cijfers lopen uit de 'kaders' die VVD en PvdA in het regeerakkoord hebben gesteld: de koopkracht zou zich 'grosso modo' bewegen tussen 0,5 procent erbij voor de lagere inkomens en 4 procent eraf voor de hogere inkomens boven 100.000 euro. VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra heeft al meerdere keren gezegd dat als grote groepen meer koopkracht verliezen, daar dan naar gekeken moet worden.

Asscher benadrukt in de brief dat de cijfers slechts een indicatie zijn en dat de kabinetsplannen de komende tijd nog worden uitgewerkt en dat dit met ,,een open houding naar de samenleving'' zal gebeuren. Per voorstel wordt dan bekeken of er onbedoelde uitschieters zijn die voorkomen moeten worden.

Hij stelt verder dat aanvullende berekeningen van het Nibud niets toevoegen aan de huidige cijfers omdat ook het Nibud moet wachten op de uitwerking van de plannen.

Bron: ANP