Nat wegdek? Deze simpele bandentest bespaart je een ongeluk of boete

Het is herfst en dus komt het met bakken uit de hemel en staan de ruitenwissers op de hoogste stand. Na veel regen vormen zich, vooral op de snelweg, diepe plassen in de sporen waar alle auto’s rijden. Kan het profiel van jouw banden die watermassa nog aan, of zijn ze ondertussen wel aan vervanging toe? Als dat niet zo is, loop je het risico op een levensgevaarlijke glijpartij, en een boete van 180 euro per band. Zo controleer je of je veilig door de hoosbui kan rijden.
Wat is aquaplaning?
Waarom is het profiel van je autobanden zo belangrijk als het regent? Je kunt de groeven in het rubber zien als kleine waterpompen. Die zijn ontworpen om het water bliksemsnel onder je band vandaan te halen, zodat het rubber grip blijft houden op het asfalt.
Maar als er meer water op de weg ligt dan jouw banden aankunnen, bijvoorbeeld omdat jouw profiel dus diep genoeg is, gaat het mis. Je banden kunnen de hoeveelheid water niet meer verwerken. Er ontstaat dan een dun laagje water tussen je band en de weg.
Dat klinkt niet meteen gevaarlijk, maar op snelheid zorgt dat ervoor dat je alle grip met de weg verliest. Je surft als het ware over het water. Sturen werkt niet meer en remmen is zinloos, je bent de controle volledig kwijt. Dat is aquaplaning.
Zo check je jouw banden
De regels zijn best verwarrend, want de minimale profieldiepte waarmee je volgens de wet mag rondrijden is verrassend soepel: 1,6 millimeter. Rijd je met minder, dan riskeer je een boete van 180 euro per band (plus 9 euro administratiekosten). Maar experts van de ANWB, BOVAG en verzekeraars zijn het erover eens dat 1,6 mm veel te weinig is om veilig te rijden in het herfst- en winterweer.
Wacht daarom niet tot je banden in de buurt van de wettelijke grens komen. Experts adviseren om deze veiligere marges aan te houden:
- Zomerbanden: Vervang deze zodra het profiel onder de 3 mm komt.
- Winterbanden: Deze hebben hun grip hard nodig in sneeuw en natheid. Vervang ze zodra het profiel onder de 4 mm zakt.
- All-seasonbanden: Behandel ze in de winter als winterbanden (vervangen onder de 4 mm) en in de zomer als zomerbanden (vervangen onder de 3 mm).
De test met de euromunt
Voor winterbanden, maar ook voor all-seasonbanden in de koude maanden, wordt dus een minimum van 4 mm geadviseerd. De zilveren rand van een 2-euromunt is bijna precies zo breed. Steek de munt in de hoofdgroeven van je band. Als je de zilveren rand boven het rubber uit ziet komen, weet je dat je profiel minder dan 4 mm is. Tijd om je banden te vervangen.
Tip: Meet altijd op meerdere plekken: aan de binnenkant, in het midden en aan de buitenkant van de band. Als je bandenspanning niet op orde is, slijten banden vaak ongelijk. Je kunt ook zoeken naar de TWI (Tread Wear Indicator): kleine rubberen blokjes in de groeven van precies 1,6 mm hoog. Als het rubber van je band gelijk ligt met deze blokjes, is de band versleten en moet deze worden vervangen.
Ook een 1-euromunt kun je gebruiken voor zo’n check, maar dan voor zomerbanden. Daarvan is de gouden rand ongeveer 3 millimeter breed. Zie je het randje? Dan zit je al in de gevarenzone voor aquaplaning in slecht weer, ook al is het wettelijk nog toegestaan.
Wat te doen als je toch komt te glijden
Als je voelt dat je auto glijdt en het stuur opeens licht aanvoelt, raak dan niet in paniek. Dit is wat je moet doen:
- Gas loslaten - Haal je voet direct van het gaspedaal. Als je langzamer gaat rijden krijgen de banden de kans om weer grip te vinden.
- Niet remmen - Je instinct schreeuwt: REMMEN! Doe dat juist niet. Omdat je geen grip hebt, blokkeren je wielen en glijd je alleen maar verder.
- Koppeling intrappen - Dit haalt de aandrijving van de wielen, waardoor ze vrijer kunnen draaien en sneller grip krijgen.
- Stuur recht houden - Als je aan het stuur gaat draaien en je banden vinden opeens weer grip, kun je een flinke ruk maken en de weg over schieten. Houd je wielen recht vooruit en wacht rustig tot je voelt dat de banden weer contact maken met het asfalt.