Nauwelijks zorgen om risico's aflossingsvrije hypotheek

aflossingsvrije_hypotheek-tp-780.jpg

Meer dan de helft van de Nederlandse hypotheken bestaat uit een (deels) aflossingsvrije hypotheek. Je betaalt alleen rente en geen aflossing. Aan het eind van de looptijd van je hypotheek moet je de schuld terugbetalen aan de bank. Wie zijn huis dan niet kan aflossen, moet ongewild zijn huis verkopen. Dit kan een groot probleem worden, er staat namelijk nog 340 miljard euro open bij de Nederlandse banken. Uit onderzoek onder ruim 11.000 mensen met een dergelijke hypotheek blijkt bovendien dan mensen niet bezig zijn om het risico.

Ruim 11.000 mensen met een (deels) aflossingsvrije hypotheek vulden de vragenlijst van Radar in. Daarvan heeft 60 procent een geheel aflossingsvrije hypotheek. Bij drie kwart van al deze respondenten beslaat het aflossingsvrije deel meer dan de helft van de hypotheek. De andere gedeeltes zijn bijvoorbeeld een (bank)spaarhypotheek (17%), een annuïtaire hypotheek (14%) of een beleggingshypotheek (5%).

Veruit de meesten (74%) hebben geen extra product afgesloten om de hypotheek af te lossen. Nog eens 14 procent spaart of belegt zelf om af te lossen. 13 procent heeft hiervoor wel een spaar- of beleggingspolis afgesloten.

'Terugbetalen? Dat zien we dan wel'

Wat doen mensen om de aflossingsvrije hypotheek terug te betalen? De grootste groep (29%) antwoordt op deze vraag simpelweg dat zij niets aflossen. Nog eens 16 procent zegt hetzelfde, maar dan met de toevoeging dat zij tegen het eind van de looptijd hun huis verkopen. 20 procent wil tegen die tijd een nieuwe hypotheek afsluiten. 13 procent lost jaarlijks een deel af, maar houdt aan het eind nog een hypotheekschuld over. 1 op de 10 mensen lost ieder jaar een deel af, zodat ze aan het eind van de looptijd geen schuld overhouden. 4 procent geeft aan nog een erfenis te verwachten.

Net iets meer dan de helft van de respondenten met een (deels) aflossingsvrije hypotheek checkt weleens of zij aan het einde van de looptijd hun hypotheek kunnen aflossen. Een bijna even grote groep (48%) controleert dat nooit.

Bijna 40 procent van de respondenten heeft geen financiële ruimte om meer af te lossen op de hypotheek dan nu gebeurt.  Voor ruim 60 procent zou dat wel mogelijk zijn. De voornaamste redenen om dat niet te doen zijn dat er veel overwaarde op het huis zit (aldus 40% van de respondenten) of omdat zij het geld liever zelf beleggen, sparen of achter de hand hebben (38%). 29 procent geeft aan het beschikbare geld liever aan andere zaken uit te geven, en 26 procent lost niet méér af vanwege de fiscale voordelen; dankzij de hypotheekrenteaftrek mag een deel van de schuld van het belastbare inkomen worden afgetrokken. Dat maakt een hogere schuld (voorlopig nog) aantrekkelijker.

Hypotheek omzetten: 'onnodig' of 'te duur'

De meerderheid (73%) zou de aflossingsvrije hypotheek niet willen aanpassen naar een andere hypotheekvorm, waardoor aan het eind van de looptijd geen schuld meer open staat. Degenen die dat wel zouden willen, doen dat in de meeste gevallen (48%) niet omdat zij geen hogere maandlasten (door het verplicht aflossen) willen of kunnen betalen. 44 procent stapt niet over omdat het omzetten te duur is. Als je jouw aflossingsvrije hypotheek wil omzetten naar een andere hypotheekvorm (bijvoorbeeld naar een annuïtaire lening) betaal je gemiddeld 250 euro administratiekosten per hypotheekdeel. Als je de hypotheek wilt oversluiten, betaal je vaak boeterente omdat je de hypotheek voortijdig aflost. Bij de nieuwe hypotheek moet je verplicht aflossen, waardoor de maandlasten stijgen.Bekijk de uitzendingen van Radar over te hoge boeterente

15 procent van de panelleden met een (deels) aflossingsvrije hypotheek wist niet dat aanpassen een mogelijkheid is. Eenzelfde groep weet dat wel, maar weet niet hoe dat dan moet. Bij de meeste banken en tussenpersonen is zo'n eerste gesprek gratis en behoort tot de zorgplicht. Pas als je gaat oversluiten worden er advieskosten in rekening gebracht. 7 procent heeft  simpelweg geen zin in of tijd voor de rompslomp.

Niet genoeg geld, niet genoeg zorgen

Slechts een kwart van de respondenten zegt zeker te zijn dat zij aan het einde van de looptijd van de hypotheek voldoende geld hebben om deze volledig af te lossen. 43 procent is er niet zeker van of het gaat lukken, van 'waarschijnlijk wel' tot 'waarschijnlijk niet'. Nog eens een kwart weet dat zij zeker niet voldoende geld hebben. 7 procent heeft geen idee. Opvallend genoeg maakt slechts 5 procent zich zorgen over de aflossingsvrij hypotheek. 22 procent doet dat een beetje. Het leeuwendeel van bijna drie kwart maakt zich er totaal geen zorgen om. Lees ook: Wat moet je doen met je aflossingsvrije hypotheek?

De vier grote banken (ABN Amro, ING, Rabobank en de Volksbank) benaderen klanten met een aflossingsvrije hypotheek actief om hen te waarschuwen voor de mogelijke risico's; wie aan het eind van de looptijd de hypotheek niet kan aflossen, blijft met een hoge schuld zitten. Een meerderheid vindt het een goede zaak dat de bank waarschuwt (73%) of oordeelt er neutraal over (23%). 4 procent vindt niet dat de bank zich ermee hoeft te bemoeien. Van de mensen die een aflossingsvrij deel hebben van 50% of hoger, is nog geen 1 op de 5  benaderd door de bank. Zij kregen in de meeste gevallen een brief of digitaal bericht – bijvoorbeeld via e-mail of op de persoonlijke online omgeving. 3 procent is gebeld door de bank.

Zijn banken verantwoordelijk om klanten met een aflossingsvrije hypotheek actief te waarschuwen voor mogelijke risico's? Ja, vindt 78 procent, tegenover 15 procent die dat niet als de verantwoordelijkheid van de bank ziet.Over dit onderzoekDit onderzoek werd tussen 5 en 11 april 2018 ingevuld door 11.086 mensen met een (deels) aflossingsvrije hypotheek. Zij zijn alleen lid van het Radar Testpanel, een groep van meer dan 100.000 mensen verspreid over het hele land. Zij delen met regelmaat hun mening en ervaring. Ook (gratis) lid worden? Vul deze vragenlijst in om je aan te melden.