Numerus fixus voor meer technische studies

numerusfixustu.jpg

De vier technische universiteiten gaan een numerus fixus instellen voor acht studies. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van dit jaar. De maatregel is nodig omdat de technische universiteiten de groeiende instroom van studenten niet meer aankunnen, zegt Victor van der Chijs, bestuursvoorzitter van de Universiteit Twente, woensdag in Het Financieele Dagblad.

Het probleem is volgens hem dat het kabinet de geldkraan heeft dichtgedraaid, terwijl het aantal technische studenten in tien jaar tijd met 50 procent is toegenomen. 'Dit is gewoon niet vol te houden', aldus Van der Chijs.

Voorbereidingen vergen tijd

Van der Chijs zegt dat de numerus fixus al in het jaar 2017-2018 ingaat, maar de de Technische Universiteit Eindhoven neemt pas een jaar later maatregelen. Eerder is niet nodig en de voorbereidingen vergen tijd, aldus een woorvoerder, die zegt dat de aanpassingen per universiteit zullen verschillen. Maar dat de groei moet worden gestopt, is zeker.

Volgens Van der Chijs zou het vele miljoenen kosten om laboratoria in te richten en hooggespecialiseerde docenten te werven. Hij spreekt van 450 miljoen euro extra per jaar om in 2020 terug te zijn op het niveau van 2010, namelijk vijftien studenten per docent.

Negatief over numerus fixus

Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) heeft geen goed woord over voor het voornemen een numerus fixus in te stellen. 'Instellingen hadden al lang en breed deze stijgende studentenaantallen aan kunnen zien komen. Er is nota bene gericht met marketing op aangestuurd. Nu de studentenaantallen de pan uitrijzen wijzen ministerie en technische instellingen naar elkaar en zijn studenten de dupe', aldus ISO-voorzitter Jan Sinnige.

Minister Jet Bussemaker (Onderwijs) liet op NPO Radio 1 weten dat de universiteiten de afgelopen jaren al geld hebben gekregen om de opleidingen te verbeteren. Toch is ze bereid met de universiteiten te praten om te kijken wat het probleem is met de middelen die ze krijgen. Volgens de minister is het grootste probleem dat er heel veel studenten worden opgeleid, maar dat volgens haar 40 procent van de technisch opgeleiden uiteindelijk niet in de techniek gaat werken.

Bron: ANP