Over twee jaar vakantievluchten vanaf Lelystad Airport

vliegtuiglelystad.jpg

Vanaf 1 april 2019 kunnen vakantievluchten vanaf Lelystad Airport vertrekken. Daarmee blijft de vertraging van de uitbreiding van de luchthaven beperkt tot een jaar. Dat heeft staatssecretaris Sharon Dijksma (Infrastructuur en Milieu) vrijdag aan de Tweede Kamer laten weten.

De vertraging is ontstaan omdat een nieuwe indeling van de vertrek- en naderingsroutes op grotere hoogte in het drukke Nederlandse luchtruim ingewikkelder was dan gedacht. De nieuwe planning die Luchtverkeersleiding Nederland hiervoor heeft gemaakt is volgens Dijksma haalbaar en realistisch.

Om de gevolgen van de vertraging zoveel mogelijk te beperken wordt gekeken of het aantal starts en landingen in het eerste jaar kan worden verhoogd. Deze zomer moet daar duidelijkheid over komen. Oorspronkelijk was het voornemen om op 1 april 2018 met 2000 vliegbewegingen te beginnen.

Extra onderhoudsvluchten

Op Lelystad Airport zijn ook vliegtuigonderhoudsbedrijven gevestigd. Dijksma bekijkt of de luchthaven toestemming kan krijgen om enkele extra onderhoudsvluchten (vliegtuigen die alleen voor onderhoud komen) per dag te ontvangen. Mogelijk worden de openingstijden van de luchthaven hiervoor uitgebreid. De extra onderhoudsvluchten kunnen voor extra werkgelegenheid zorgen.

Korte en middellange vakantievluchten

De luchthaven moet korte en middellange vakantievluchten van Schiphol gaan overnemen. De nationale luchthaven gaat zich richten op intercontinentale vluchten en overstappers. Uiteindelijk moeten dat maximaal 45.000 vliegbewegingen en 6,7 miljoen passagiers worden in 2043. De Schiphol Group is eigenaar van Lelystad Airport.

'Vanaf 2018 luchthaven waar mogelijk gebruiken'

Jop Fackeldey, wethouder economische zaken in Lelystad, wil alles op alles zetten om de economische kansen van het vliegveld al voor 1 april 2019 te benutten. 'Wij zullen er alles aan doen om waar mogelijk de luchthaven die op 1 april 2018 al klaar is ook daadwerkelijk te gaan gebruiken en daarmee de economische kansen te gaan benutten. Dat is belangrijk voor het reeds gevestigde bedrijfsleven, met name in de onderhoud- en reparatiesector.'

Bron: ANP