Pretium Telecom en het schriftelijkheidsvereiste

Sinds 13 juni zijn nieuwe consumentenregels van kracht op het gebied van energie en telecom. Deze regels zijn er om ervoor te zorgen dat de consument heel goed weet waar hij 'ja' tegen zegt. Daarom moet er na het telefonisch verkoopgesprek nu ook via een e-mail of een formulier om een bevestiging of handtekening gevraagd worden. Dit heet het schriftelijkheidsvereiste.

Volgens meldingen die bij Radar binnenkwamen, houdt telecombedrijf Pretium zich niet aan het schriftelijkheidsvereiste. Is dit ook zo?

Radar ging op bezoek bij verschillende consumenten die na 13 juni benaderd zijn door Pretium, om te vragen of zij een schriftelijke bevestiging hebben moeten geven.

Consument Angelique Bergers belt de klantenservice van Pretium om te vragen waarom haar moeder geen handtekening heeft hoeven zetten. Pretium laat weten dat de bevestiging van de overeenkomst binnen het verkoopgesprek heeft plaatsgevonden doordat haar moeder op toets 1 heeft gedrukt. Pretium zegt op die manier aan het schriftelijkheidsvereiste te voldoen.

Ook in de officiële reactie van Pretium staat dat Pretium door het laten indukken van een toets tijdens het telefoongesprek voldoet aan het schriftelijkheidsvereiste.

Andere consumenten, zoals mevrouw Kroesen-Peters en mevrouw Blomen-Wijhers, hebben evenmin een handtekening moeten zetten na het telefoongesprek met het bedrijf. De consumenten in de uitzending hebben hun contracten binnen de wettelijke bedenktijd van 14 dagen geannuleerd bij Pretium.

Advocaat consumentenrecht Eva Beekman zegt over het indrukken van een toets het volgende:'Een toets tijdens het telefoongesprek? Dat lijkt mij niet rechtsgeldig, want in de wet wordt duidelijk gezegd dat het schriftelijk moet en op een knopje drukken en zeggen “ik ga akkoord” is niet schriftelijk.'

In de Memorie van Toelichting bij de Implementatiewet Richtlijn Consumentenbescherming geeft de wetgever aan:

'Binnen het systeem van het Burgerlijk Wetboek is de invoering van een schriftelijkheidsvereiste bij het sluiten van een overeenkomst op afstand per telefoon het meest passend. Dit betekent dat een per telefoon aangegane overeenkomst op zichzelf niet geldig is. Slechts wanneer de overeenkomst schriftelijk is gesloten, is deze geldig.

In de praktijk zal aan deze norm zijn voldaan doordat de handelaar een aanbod tot het aangaan van een overeenkomst in schriftelijke vorm opstelt en aan de consument toestuurt. De consument zal dit aanbod moeten aanvaarden om de uiteindelijke overeenkomst tot stand te brengen.

Deze aanvaarding zal doorgaans blijken uit de ondertekening van de schriftelijke overeenkomst. (....) Op grond van artikel 6:227a BW geldt overigens dat onder de daar genoemde voorwaarden de overeenkomst ook op elektronische wijze tot stand kan komen. De handelaar kan dus ook, ter alternatief, een e-mail met het contract sturen. De consument zal dan per e-mail zijn instemming moeten geven, voordat aan het gestelde schriftelijkheidsvereiste is voldaan.'

Tweede Kamerlid van de PvdA , Mei Li Vos, vertelt in de studio over de totstandkoming van het schriftelijkheidsvereiste en de bedoeling van de wetgever. 

Lees ook:

Reactie van Pretium Telecom


Reactie van Pretium Telecom