Radar checkt: Ardanta-polis - reactie Ardanta

ardanta-logo-reactie-031218.jpg

Hieronder lees je de reactie van Ardanta op de uitzending van Radar (03-12-2018) over de polis van Ardanta.

'De verzekering van mevrouw Janssens-Roumen is 84 jaar geleden afgesloten met een verzekerd bedrag van Hfl. 100,-. In die tijd was dit een gebruikelijk bedrag. Voor deze verzekering is volgens de polisgegevens (omgerekend) in totaal € 26,54 premie betaald.

De Friesche Levensverzekering Maatschappij is ooit opgegaan in Ago, toen werd het Aegon, in 2010 AXENT en in 2016 Ardanta / a.s.r. Bij deze laatste overgang van AXENT naar Ardanta hebben wij uit de AXENT-administratie een verzekerd kapitaal van € 45,- overgenomen (Hfl. 100,-) en € 5,- voor het totaal aan uitgekeerde winstdeling. Het contact tussen verzekerde en de opeenvolgende verzekeraars is blijkbaar al lang geleden gestopt, want AXENT had geen adresgegevens beschikbaar. Wij hebben de klant dus ook geen ''welkomstbrief'' kunnen sturen ten tijde van de overgang naar Ardanta.

De heer Janssens vraagt waarom er maar € 50,- wordt uitgekeerd. Op grond van de voorwaarden uit 1934 zou dit volgens jou € 2.711,- moeten zijn, gebaseerd op artikel 25 van de voorwaarden op de achterkant:

Dit artikel moet als een vorm van winstdeling worden gezien. Het is lastig om ''het overschot van de afdeling Volksverzekering'' van de Friesche Levensverzekering Maatschappij, die al decennialang niet meer bestaat, te vertalen naar de huidige praktijk. Er is blijkbaar tot 2016 omgerekend € 5,- bijgeschreven. Die afdeling Volksverzekering bestaat ook al heel lang niet meer, waarmee de winstdelingsregeling vanaf de liquidatie van de Friesche Levensverzekering Maatschappij over is gegaan in min of meer vergelijkbare winstdelingsregelingen van alle rechtsopvolgers. Wij kunnen de historie van de afgelopen decennia niet meer achterhalen. Er zijn veel regelingen in omloop, soms gebaseerd op het rendement dat wordt behaald bovenop de rekenrente waar de polis op is gebaseerd (dus als de polis een rekenrente van 4% heeft en de maatschappij behaalt 6% rendement, dan wordt 2% aan verzekerden uitgekeerd), soms gebaseerd op het rendement dat wordt gerealiseerd door de verzekeraar en waarbij een aftrek plaatsvindt van een standaard rendement op staatsleningen (''U''-rendement); de mogelijkheden zijn legio.

Relevant is dat in dit artikel staat dat ''als het overschot toereikend is'', er tot een verhoging van vijf procent van het oorspronkelijk verzekerd kapitaal over wordt gegaan. De heer Janssens rekent met een samengestelde jaarlijkse intrest van 5% en komt zo na 84 jaar op € 2.711,-. Zo lezen wij dit artikel niet. Zelfs als er ieder jaar een toereikend overschot zou zijn geweest, dan zou er maximaal gedurende 25 jaar door de Friesche jaarlijks Hfl. 5,- aan het oorspronkelijke verzekerd bedrag van Hfl. 100,- zijn toegevoegd. Op het polisblad staat namelijk rechts onderaan vermeld dat de bijschrijving van kapitaal uit de winstdelingsregeling stopt op het moment dat er geen premie meer wordt betaald. De premiebetalende periode van deze verzekering liep van 1934 tot 1959. 

Het is jammer dat deze polis pas bij het overlijden van mevrouw Janssens-Roumen ter sprake is gekomen en de adresgegevens niet eerder zijn doorgegeven (de noodzaak daarvan wordt ook op het polisblad vermeld). Ontbrekende adresgegevens komen vaker voor in onze administratie. Wij besteden veel tijd en aandacht aan het achterhalen van adressen van ''oude polissen'' en we hebben zo de afgelopen jaren vele duizenden verzekerden teruggevonden. Het is altijd plezieriger om dit soort discussies te voeren voordat er van overlijden sprake is.

Samengevat: wij hebben de heer Janssens meegedeeld dat de uitkering van € 50,- is gebaseerd op het oorspronkelijke kapitaal van € 45,- + € 5,- aan winstbijschrijving, zoals dit door ons van AXENT is overgenomen. De winstbijschrijving vanaf 1934 kunnen wij niet reconstrueren. We kunnen ook niet achterhalen hoe en wat er tot 1959 is gecommuniceerd over het achterwege blijven van winstbijschrijving. Wel constateren we dat er blijkbaar door verzekerde of haar familie niet eerder contact over geweest is.

De claim van meneer Janssens dat er sprake zou moeten zijn van een samengestelde intrest van 5% per jaar, delen wij niet als we het betreffende artikel lezen: er dient sprake te zijn van een overschot én er wordt dan maximaal 5% van het oorspronkelijke kapitaal toegevoegd. Vanaf 1959 bestond er volgens de voorwaarden geen recht meer op verdere winstbijschrijvingen.

Tenslotte: Ardanta heeft de afgelopen jaren veel oude portefeuilles uitvaartverzekeringen overgenomen. Het komt gezien de ouderdom vaker voor dat er informatie niet beschikbaar is in het dossier. Wij willen de informatie van de vele oude verzekeringsportefeuilles continu aanvullen en verbeteren, zodat toekomstige vragen van verzekerden zo goed mogelijk beantwoord kunnen worden. De vraag van de heer Janssens is daarbij behulpzaam geweest. Wij zijn bereid de uitkering van € 45,- te verhogen met de maximaal mogelijke winstbijschrijving volgens deze polis, 25 jaar x € 2,26 = € 101,50.'