Reactie Achmea

Achmea heeft onderstaande reactie gegeven naar aanleiding van de uitzending.

Per januari 2012 gelden zowel vrije prijzen voor de zorg die de apotheker levert als en voor de geneesmiddelen. Per 2012 gelden in de apothekersbranche de volgende verschillende prijslijsten. 

  1. Een adviesprijs van de fabrikant. Tot en met 2011 bestond er voor geneesmiddelen een landelijke prijslijst met wettelijke maximumprijzen, de zogenaamde Z-index taxelijst. Deze lijst is niet verdwenen na de invoering van vrije prijzen, maar is verworden tot een lijst met verkoopadviesprijzen. De prijzen in de lijst worden vastgesteld door de fabrikant en samengesteld door Z-Index, een dochteronderneming van de KNMP. De lijst wordt elke maand aangepast. Een aantal apothekers zet de prijzen uit de lijst nog steeds op het doosje. Het betreft echter niet de inkoop- (er is nog voldoende korting voor de apotheker) of verkoopprijs en ook niet de prijs die wij aan de apotheker betalen.  
  2. De WGP (Wettelijk Geneesmiddelen Prijslijst). Een lijst van de overheid die twee maal per jaar wordt vastgesteld waarin de maximale prijzen (geldt voor de fabrikanten) voor alle geneesmiddelen worden bepaald. 
  3. AGP (Achmea Geneesmiddelen Prijslijst). De prijs die wij aan de apotheker betalen en ten laste van het eigen risico brengen. Lijst wordt tweemaal per jaar aangepast tegelijkertijd met de herijking van de hierbovengenoemde WGP. 

Waarom heeft Achmea gekozen voor een prijslijst? 

Bij het vrijgeven van de prijzen wist niemand wat de prijzen van geneesmiddelen zouden gaan doen. Voortbestaan van Z-Index taxe was (en is) onzeker, door het verlies van de wettelijke status.  

Omdat er landelijk alleen nog adviesprijzen bestaan, hanteert Achmea daarom vanaf 2012 een eigen prijslijst: de Achmea Geneesmiddel Prijzen (AGP). Achmea heeft gekozen voor halfjaarlijkse herijking (in tegenstelling tot maandelijkse aanpassing) omdat dit meer rust in de markt geeft. Dit heeft bijgedragen aan de hoge contracteergraad met apothekers (99,9%). 

De AGP werkt goed als systematiek: het levert Achmea een besparing in 2012 op van circa € 3,5 miljoen op de zorgkosten. Dit om uiteindelijk de premie voor onze verzekerden betaalbaar te houden en de kans op verhoging van de prijzen van medicijnen te verkleinen. De prijzen hebben wij op het prijsniveau van de (toen nog) wettelijke taxe van oktober 2011 vastgezet. Dat zijn daarmee de maximale prijzen geworden die een apotheker bij ons kan declareren en wij dan vervolgens in rekening brengen bij onze klant. Dit is tevens de prijs die een apotheker bij onze verzekerde op het doosje zou moeten publiceren. 

Uitwerking beleid van Achmea 

In de praktijk zien we dat dit veelal goed uitpakt. Ons prijsniveau ligt op of onder het prijsniveau van de apotheker. Dit betekent voor onze klanten dat we de premie voor hen kunnen beheersen en hun eigen risico evenredig dan wel minder belast wordt. 

Algemeen 

Als gevolg van het ingezette beleid van verzekeraars zijn de prijzen van generieke middelen fors gedaald. Een voorbeeld: een willekeurig maagzuurremmer wat als spécialité 29,80 euro kost per 30 tabletten; de generieke variant na verloop van het patent wordt mede door het beleid nu voor 1,80 per 30 stuks aangeboden. 

De besparing op middelen waarvan het patent is verlopen, hebben we nodig om de zorg betaalbaar te houden zodat ook de nieuwe generatie (dure) medicijnen, die nog niet uit patent zijn, bereikbaar blijven voor alle mensen in Nederland. Door de besparingen van de middelen die uit patent zijn, blijven deze dure medicijnen vooralsnog ook nog beschikbaar voor die mensen die ze nodig hebben. 

Achmea biedt de apotheker 2 soort farmaciecontracten: het preferentiebeleid en het IDEA-contract. Binnen IDEA kan de apotheker zelf kiezen welke merken van geneesmiddelen hij aflevert.  

Het IDEA-contract van Achmea biedt een aantal voordelen voor de klant, de apotheker en de leverancier.  

Voor de klant biedt IDEA maximale keuzevrijheid voor medicijnen in samenspraak met de voorschrijvend arts en apotheker. De klant krijgt in alle gevallen het medicijn vergoed dat hij medisch gezien nodig heeft. Aangezien de apotheker bepaalt welke geneesmiddelen hij inkoopt, hoeven patiënten minder vaak en alleen op aangeven van de apotheker van geneesmiddel te wisselen.  

IDEA sterkt de apotheker in zijn inkoopfunctie en hoeft niet op aangeven van de zorgverzekeraar van leverancier te wisselen, waardoor hij kan besparen op voorraadmanagement en distributiekosten. Doordat apothekers met een IDEA-contract een gemiddelde pakjesprijs ontvangen voor de medicatie, kunnen zij het uitgangspunt ‘duur waar het moet, goedkoop waar het kan’ beter in de praktijk brengen. Bovendien is IDEA een meerjarenafspraak, die zorgt voor stabiliteit en zekerheid voor de apotheek en de klant.  

Meer dan 75 procent van de apotheekhoudenden heeft gekozen voor een IDEA-overeenkomst. De overigen kozen voor een preferentiecontract. 

Voor de leverancier geeft de meerjarenafspraak ook meer zekerheid, ze kunnen bijvoorbeeld hun voorraadpositie daarop aanpassen.