Reactie huurintimidatie: minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordering
Slechts 14 van de 195 gemeenten die Radar onderzocht hebben op basis van de Wet Goed Verhuurderschap waarschuwingen gegeven aan verhuurders. En een schamele 4 gemeenten hebben lasten onder dwangsom of boetes opgelegd. Dat terwijl intimidatie tegenover huurders toeneemt. Mona Keizers, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordering, reageert.
Gemeenten hebben de taak om de Wet goed verhuurderschap te handhaven. Hiervoor moeten zij sinds 1 januari 2024 verplicht een meldpunt hebben ingericht. Huurders kunnen bij het meldpunt terecht met meldingen over vermeende overtredingen van de regels uit de Wet goed verhuurderschap.
"De meldingen bij het meldpunt kunnen eventueel anoniem worden gedaan. Bij een anonieme melding vermeldt de melder diens naam en andere persoonsgegevens niet. Anonieme meldingen zijn daardoor laagdrempeliger. Een anonieme melding kan echter wel het onderzoek door het meldpunt bemoeilijken. Het is dan namelijk niet mogelijk om extra informatie op te vragen. Het is belangrijk dat het meldpunt de melder hierover informeert.
Gemeenten kunnen niet alleen naar aanleiding van een melding, maar ook proactief handhaven.
Het Rijk ondersteunt gemeenten – financieel en anderszins – bij de uitvoering van deze wettelijke taken. Om de kosten in kaart te brengen die voor gemeenten uit de Wet goed verhuurderschap voortvloeien, is een onderzoek op grond van artikel 2 van de Financiële verhoudingswet uitgevoerd. Naar aanleiding hiervan heeft het Rijk de eenmalige kosten voor de implementatie van de wet en de jaarlijkse structurele uitvoeringskosten geraamd. De taken van gemeenten die volgen uit de Wet goed verhuurderschap worden per 1 juli 2025 financieel geëvalueerd.
Verder heeft het Rijk een toolkit met communicatiemiddelen ontwikkeld voor gemeenten en brancheorganisaties. Hiermee kunnen zij huurders, verhuurders en hun achterban over de Wet goed verhuurderschap informeren. Gemeenten kunnen met de middelen uit de toolkit ook extra aandacht geven aan hun meldpunt goed verhuurderschap.
Op vrijwel al het communicatiemateriaal is de mogelijkheid om eigen contactgegevens of andere informatie te plaatsen. Er zijn middelen voor het straatbeeld, voor websites en social media. Ook is er advies gegeven om de naamsbekendheid van het gemeentelijke meldpunt te vergroten.
Gemeenten zijn sinds de invoering van de Wet goed verhuurderschap hard aan de slag met de uitvoering ervan en met het zich eigen maken van de nieuwe taken. Dit kost uiteraard tijd. Het is hierbij aan iedere gemeente zelf om een afweging te maken of en zo ja hoe zij over het meldpunt wil communiceren en welke naam zij het meldpunt geeft. Hoe een gemeente de communicatie aanpakt, zal onder meer afhankelijk zijn van de woningvoorraad en de problematiek die speelt.
Het Rijk ondersteunt gemeenten hierbij en stimuleert hen om te communiceren. Daarnaast heeft het Rijk een eigen online/social media campagne gehouden om huurders te stimuleren om misstanden te melden en om hen te informeren dat zij hiervoor bij hun gemeente terecht kunnen. Ook in 2025 gaan we hiermee verder.
Het verschil in woningvoorraad en problematiek per gemeente is eveneens een verklaring voor het feit dat niet alle gemeenten evenveel (zullen) handhaven. Bovendien geldt dat een melding niet altijd een verzoek tot handhaving is én dat niet alle handhavingsverzoeken erin resulteren dat er daadwerkelijk gehandhaafd wordt. Er dient immers daadwerkelijk sprake te zijn van een overtreding. Zoals gebruikelijk is in publiekrechtelijke handhaving doorloopt de gemeente vervolgens een escalatieladder.
De gemeente dient steeds een proportionele keuze te maken, rekening houdend met de mate van professionaliteit van de verhuurder, ernst van de overtreding en herhaling van de overtreding. Op basis daarvan wordt besloten of bijvoorbeeld eerst een waarschuwing wordt gegeven of meteen een boete wordt opgelegd. Daarom zullen ook niet alle acties die gemeenten inzetten direct terug te zien zijn in de cijfers.
Bij het handhaven en toezichthouden op de algemene regels kan het nodig zijn om expertise van buiten de gemeente in te schakelen, zoals de Huurcommissie, het huurteam, de Politie en de antidiscriminatievoorziening. Het is dan ook belangrijk dat de gemeente afspraken maakt over de rol die deze betrokkenen kunnen hebben en wanneer en op welke wijze naar hen doorverwezen wordt. Ook moet het voor deze partijen mogelijk zijn om de gemeente te benaderen wanneer zij een casus tegenkomen waar de gemeente vanuit haar rol mee verder kan. Het kan dus zijn dat in één gemeente het Huurteam met de melding aan de slag gaat en in een andere gemeente bijvoorbeeld de anitidiscriminatievoorziening.
Er zijn diverse goede voorbeelden van gemeenten die actief met het meldpunt aan de slag zijn, met name in grotere gemeenten waar sprake is van excessen onder verhuurders. Denk aan de gemeente Den Haag en de aanpak van de gemeente Rotterdam in de wijk Carnisse.
Per 1 januari 2025 kunnen gemeenten ook handhaven op de onderdelen uit de Wet betaalbare huur, het gaat dan met name om de huurprijzen van woningen tot en met 186 WWS-punten. De signalen dat dit mogelijk gaat leiden tot meer intimidatiemeldingen over verhuurders zijn het Ministerie van VRO bekend. Iedere huurder moet veilig en vrij van elke vorm van intimidatie in zijn/haar huurwoning kunnen wonen. Het ministerie van VRO roept huurders dan ook op om intimidatie door verhuurders altijd te melden bij het meldpunt van hun gemeente."