Reactie Nederlandse Orde van Advocaten
Inhoud wetsvoorstel
- Invoering van sterk verhoogde griffierechten om twee redenen:
a. de eigen verantwoordelijkheid van de rechtzoekende
b. aanzuiveren begrotingstekort: lastenverzwaring van 240 miljoen euro voor procespartijen
- Het voorstel geldt voor civiele en bestuursrechtelijke zaken. De 240 miljoen wordt zodanig verdeeld over alle zaken, dat het griffierecht in sommige zaken onder de kostprijs blijft en in andere zaken ´winst´ oplevert. Er is dus sprake van kruissubsidiëring: de partij in de ene soort zaak bekostigt andere soorten zaken.
- On- en minvermogenden en ‘middeninkomens’ betalen 25, 50 resp. 75% van het nieuwe tarief.
- Overheidsorganen gaan als verweerder in bestuurszaken bij verlies forse griffierechten betalen, van ¤ 5.000 tot ¤ 30.000.
- Het onderscheid tussen natuurlijke personen en rechtspersonen voor de heffing van griffierechten wordt afgeschaft.
- Hoger beroep en cassatieberoep wordt ontmoedigd door tarieven van ¤ 1.250 tot ¤ 250.000.
Standpunt van de Orde
- Het heffen van zeer hoge en soms winstgevende griffierechten is principieel onjuist. De gehele maatschappij is gebaat bij een goed functionerend rechtsbestel, niet alleen toevallige partijen die in procedures terecht komen. Rechtspraak zorgt mede voor invulling van open normen en lacunes in wetgeving, uitleg van (met elkaar strijdige) rechtsregels, en een goed economisch klimaat door oplossing geschillen en incasso van vorderingen.
- Burgers en bedrijven procederen al weinig en lossen veel problemen op andere wijze op. Er is geen sprake van onterechte of onnodige procedures. Rechtzoekenden nemen hun eigen verantwoordelijkheid dus al.
- Ondanks de compensatie stijgen de tarieven ook voor lagere inkomens flink. En bij een proceskostenveroordeling krijgen zij in principe geen korting op het griffierecht van de wederpartij.
- De tarieven in bestuursrecht worden verdubbeld of verdriedubbeld. Juist overheidsoptreden hoort laagdrempelig toetsbaar te zijn bij de onafhankelijke rechter.
- De regering heeft bepaalde tarieven voor bestuursrechtelijke zaken na alle protesten weliswaar iets verlaagd, maar dit is ten koste van andere rechtzoekenden gegaan.
- Voor civiele vorderingen boven de 1, 5 en 50 miljoen euro moeten nu zeer hoge tot draconische griffierechten worden betaald. Dit kan ook particulieren met een letselschadeclaim treffen, en hun toegang tot de rechter de facto onmogelijk maken.
- Door afschaffing van het onderscheid tussen natuurlijke personen en rechtspersonen worden de tarieven voor natuurlijke personen aanzienlijk hoger, terwijl rechtspersonen ten opzichte van de huidige tarieven vaak goedkoper uit zijn. De tarieven in civiele zaken lopen op van ¤ 125 tot ¤ 250.000. Bij een proceskostenveroordeling kan een partij het dubbele kwijt zijn. Dit treft niet alleen particulieren, maar ook het MKB: eenmanszaken, vof’s en het toenemend aantal zzp’ers.
- De middeninkomens boven modaal, de hardwerkende Nederlanders, worden hard geraakt. Zij betalen het volle pond. Deze groep procedeert al nauwelijks. Het is onwenselijk als zij niet op kunnen treden tegen foutieve facturen, wanbetaling of gebrekkige leveranties.
- De tarieven in hoger beroep en cassatie vormen een onaanvaardbare beperking van de toegang tot de rechter, terwijl uitspraken in deze instanties vaak bredere betekenis hebben.
Samenhang met bezuinigingen op de gefinancierde rechtshulp
Door de voorgestelde griffierechten in combinatie met onder meer verhoogde eigen bijdragen in de gefinancierde rechtshulp wordt voor deze groep rechtzoekenden een onaanvaardbare drempel opgeworpen.
Conclusie
De Orde meent dat de toegang tot de rechter met dit voorstel op onaanvaardbare wijze in het gedrang komt. De zeer hoge griffierechten staan haaks op het grote belang van rechtspraak voor de gehele maatschappij. Het gaat niet aan dat procespartijen voor een procedure meer dan de kostprijs betalen, en daarmee andere zaken subsidiëren. Ook de rechtspraak in civiele en bestuursrechtelijke zaken behoort in overwegende mate door de overheid te worden gefinancierd.