Rouwverlof: hoeveel dagen krijg je vrij bij het overlijden van een naaste?
Vakbond CNV pleit voor een wettelijk rouwverlof van twee weken. Uit cijfers van het CBS blijkt namelijk dat werknemers vaak meer dan een week afwezig zijn na het verlies van een naaste: ze melden zich ziek of nemen vakantiedagen op. Hoe is het rouwverlof nu geregeld? Radar zet het voor je op een rij.
Calamiteitenverlof bij overlijden direct familielid
Als een direct familielid overlijdt, heb je in eerste instantie recht op calamiteitenverlof. Dit is verlof om meteen de nodige zaken, zoals een begrafenis of crematie, te kunnen regelen.
Wie zijn directe familieleden?
Onder directe familieleden vallen je partner, familieleden van jou of je partner in de rechte lijn én familieleden van jou of je partner in de tweede graad van de zijlijn. Familieleden in de rechte lijn zijn je ouders, je schoonouders en je kinderen. Familieleden in de tweede graad van de zijlijn zijn je broers en zussen en dus ook de broers en zussen van je partner.
Calamiteitenverlof kan een paar uur tot een paar dagen duren. Je bespreekt de verwachte duur met je werkgever. Ook is het goed om je cao of arbeidsovereenkomst te controleren. Calamiteitenverlof is namelijk niet wettelijk geregeld.
Bijzonder verlof bij overlijden
Is het geen direct familielid dat is overleden, maar bijvoorbeeld je oom of tante, en wil je rouwverlof opnemen? Dan valt dat onder bijzonder verlof. Dit is verlof dat je op kunt nemen voor familieomstandigheden of bijzondere gebeurtenissen.
Ook dit verlof is niet wettelijk geregeld. In je cao of arbeidsovereenkomst kun je terugvinden hoeveel dagen je vrij kunt nemen en of je betaald of onbetaald verlof krijgt.
Zoveel vrije dagen krijg je over het algemeen
Hoeveel dagen je kunt opnemen als een naaste overlijdt, kan dus van cao tot cao en van werkgever tot werkgever verschillen. Over het algemeen hangt het af van je verwantschap met de overledene.
- Bij het overlijden van eerstegraads familieleden krijg je vaak vier verlofdagen: vaak de dag van overlijden tot en met de dag van de uitvaart. Onder eerstegraads familie vallen je partner, je ouders (ook adoptie- of stiefouders), je kinderen (ook adoptie- of stiefkinderen), de ouders van je partner en eventuele schoondochters of -zonen.
- Bij het overlijden van tweedegraads familieleden krijg je doorgaans twee vrije dagen: de dag van het overlijden en de dag van de uitvaart. Tweedegraads familieleden zijn je broers, zussen, kleinkinderen, opa’s, oma’s, schoonzussen, zwagers, stiefzussen en stiefbroers.
- Voor derde- en vierdegraads familie krijg je vaak één dag verlof: de dag van de begrafenis of crematie. Hieronder vallen je ooms, tantes, neven, nichten, overgrootouders, achterneven, achternichten en achterkleinkinderen.
Radar nieuwsbrief
Radar heeft een gratis nieuwsbrief! Schrijf je in en ontvang onze nieuwste artikelen in je mailbox.