Teslarijder mag mobiel niet vasthouden in zelfrijdende auto

tesla-model3-autopilot-08112018.jpg

Wie in een Tesla op de automatische zelfbesturing rijdt, mag - net als andere automobilisten - niet een mobiele telefoon vasthouden tijdens het rijden. De kantonrechter in Utrecht bepaalde dat onlangs in een hogerberoepszaak, waarvan het vonnis nog niet is gepubliceerd. Dat bleek donderdag tijdens een zitting in een soortgelijke zaak die de Amsterdammer Vincent Everts had aangespannen.

Beide bestuurders van de geavanceerde Tesla vinden dat zij hun mobiel mogen vasthouden tijdens het rijden met de Autopilot, omdat zij dan hun handen vrij hebben. In de wet staat nu dat degene die de auto bestuurt, geen mobiel mag vasthouden. De twee redeneerden dat niet zij zelf maar de Autopilot van de Tesla de feitelijke bestuurder van de auto is.

'Altijd een persoon noodzakelijk in noodsituaties'

Maar de rechter veegde dat van tafel, omdat er met de Autopilot altijd een persoon noodzakelijk blijft, die bepaalt waar de auto heen gaat, die in noodsituaties ingrijpt en verantwoordelijk is voor wat de auto doet. De betrokkene moet dus nog steeds worden aangemerkt als bestuurder, meldt het vonnis. Het Openbaar Ministerie voerde donderdag eveneens aan dat 'er geen enkele twijfel mogelijk is' over de bestuurder: de persoon die de macht heeft over het voertuig.

Trendwatcher Everts kreeg vorig jaar twee bekeuringen op de A2. Hij liet de rechter in een filmpje zien dat hij op de Autopilot enkel wat toezicht houdt, af en toe het stuur aanraakt en de richtingaanwijzers bedient om de auto aan te geven dat die uiteindelijk naar links of rechts moet.

'Teslarijder gelijke juridische behandeling als rij-instructeur'

Zijn raadsman Axel Mille betoogde dat Everts wel verantwoordelijk is als bestuurder, maar dat de juridische positie van de Teslarijder dezelfde moet zijn als die van een rij-instructeur. Die mag tijdens de rit met een leerling wel een telefoon gebruiken, terwijl de instructeur tegelijk ook toezicht moet houden.

De uitspraak volgt op 22 november.

Bron: ANP