'Toeristenpas vaak niet voordeliger'
Het lijkt handig én goedkoop als je een stedentrip maakt: een stadstoeristenpas waarmee je in één keer betaalt voor bezienswaardigheden, musea en openbaar vervoer. Maar de praktijk blijkt anders. In veel gevallen is het de investering niet waard, aldus de Consumentenbond.
De bond nam 38 van die passen voor zeventien buitenlandse steden onder de loep. Vaak blijkt het voordeliger om losse entreebewijzen en een aparte kaart voor het openbaar vervoer aan te schaffen.
Extra bijbetalen voor musea of openbaar vervoer
Zo moeten mensen soms, ondanks de kaart, nog extra bijbetalen voor musea of juist voor openbaar vervoer. In Barcelona krijg je bij één van de kaarten bijvoorbeeld slechts één euro korting op bezienswaardigheden van Barcelona's bekendste architect Gaudí. Ook betaal je met zo'n kaart voor veel musea, maar is het onmogelijk die allemaal in korte tijd te bezoeken. Ook zijn sommige musea op sommige dagen toch al gratis. Verder krijgen jongeren of juist 65-plussers vaak toch al korting.
Volgens de bond zitten er ook wel voordelen aan de kaarten: toeristen hoeven ter plekke geen kaartjes te kopen en mogen vaak via een speciale ingang naar binnen; dat scheelt veel wachten. Advies: oriënteer je van te voren goed of het zin heeft zo'n pas te kopen.
Bron: ANP