Veel stoelen in nieuwe auto's onveilig
Van de stoelen in nieuwe auto's is 80 procent onveilig. Wie in zo'n auto van achteren wordt aangereden, loopt een grote kans op nekletsel ofwel een whiplash.
Dat blijkt uit een test die TNO heeft uitgevoerd samen met Euro NCAP, het Europese testinstituut voor de veiligheid van auto's. De organisaties presenteren de resultaten donderdag op een bijeenkomst in Helmond.
De testinstituten onderzochten de voorste zitplaatsen van 25 populaire auto's. Acht auto's blijken ronduit slecht te zijn. Het gaat om de Daihatsu Cuore, de Citroën Berlingo, de Hyundai I10, de Citroën C5, de Ford Kuga, de Daihatsu Terios, de Peugeot 308CC en de Suzuki Splash. Inzittenden van deze auto's hebben een beduidend hogere kans op (blijvend) letsel na een aanrijding.
Vijf onderzochte autotypen hebben goede stoelen, stellen de onderzoekers. Dat zijn de Volvo XC60, de Alfa Romeo Mito, de Volkswagen Golf Vi, de Audi A4 en de Open Insignia. De andere twaalf auto's scoorden redelijk, maar moeten wel verbeteringen aanbrengen. Dat zijn onder meer de Ford Fiësta, de Seat Ibiza, de BMW X3 en de Mercedes-Benz M-klasse.
Een whiplash ontstaat als het hoofd snel van voor naar achter wordt geslingerd. Dat gebeurt soms bij een relatief zachte aanrijding van achteren, veelal in het stadsverkeer. Door de beweging verschuiven de nekwervels, wat tot langdurige pijnklachten en zelfs tot arbeidsongeschiktheid kan leiden.
In Nederland lopen tienduizenden mensen per jaar nekletsel op bij een aanrijding. Volgens het ministerie van Verkeer loopt de letselschade in de honderden miljoenen euro's. Daarom is besloten vanaf volgend jaar een whiplashtest toe te voegen aan de botsveiligheidsproeven die Euro NCAP al uitvoert.
Volgens TNO en Euro NCAP heeft een goede autostoel een hoofdsteun, die zo dicht mogelijk achter het hoofd van de inzittende staat. De bovenkant van de steun is minimaal even hoog als de bovenkant van het hoofd. Vanaf februari maakt de whiplashtest deel uit van de veiligheidssterren die Euro NCAP aan nieuwe auto's geeft.
Bron: ANP