Waar moet ik op letten als ik een tweede huisdier wil?
Een nieuwe puppy of kitten kopen, kan voor veel geluk zorgen bij een dierenliefhebber. Maar als je al een viervoeter hebt, zijn er wel bepaalde zaken waar je rekening mee moet houden.
Wat van belang is voor een honden- of kattenbezitter, is dat het dier dat je al hebt zichzelf ook fijn moet voelen. Probeer dus eerst een goede match te vinden, voordat je overgaat op het aanschaffen of adopteren van een extra huisdier. ‘Wij moeten luisteren naar onze dieren’, vindt docent diergedrag en dierenwelzijn bij diergeneeskunde aan de Universiteit van Utrecht Claudia Vinke.
Het allerbelangrijkste is dat je hond of je kat goed is gesocialiseerd. ‘Dit gebeurt in de eerste levensfase al bij de fokker’, vertelt Vinke. ‘Als dat zo is, dan heb je eigenlijk al een streepje voor in het proces.’
Hoe introduceer je de twee huisdieren?
Honden en katten zijn territoriale dieren. Daarom vindt een eerste ontmoeting idealiter plaats buiten het territorium van beide dieren. ‘Ga met de dieren lekker wandelen of maak een afspraak met de fokker of het asiel’, zegt Vinke. ‘Op deze manier kun je een eerste indruk krijgen en zien of het goed botert.’
Als je dan uiteindelijk thuis aankomt, zorg dan dat beide dieren tegelijkertijd naar binnen gaan. ‘Probeer het zoveel mogelijk gelijk te houden’, vertelt de professor. Vervolgens moet je goed opletten of een van de twee huisdieren angst- of stress-verschijnselen toont.
Bij katten ligt dit complexer, alhoewel je die ook het beste uit hun territorium kunt halen. Zorg dat je iets arrangeert van een ontmoetingsplek waar beide dieren niet bekend zijn. ‘Dat is best stressvol voor beide katten, maar in die situatie kun je wel zien of het een goede match is’, zegt Vinke. ‘Maar zodra je agressie ziet tussen de twee dieren, moeten de alarmbellen afgaan. Katten zijn ook vrij definitief, als ze na een paar dagen nog niet overweg kunnen samen, is het geen goede match.’
Waar moet ik nog meer op letten?
Soms kan het moeilijk zijn om spel en agressie te onderscheiden. ‘Omdat de motivatie vrij snel kan omslaan’, aldus Vinke. ‘Kijk dus vooral naar hoe ontspannen je dier is.’ Honden hebben daarnaast een sociaal geritualiseerd gedrag, de zogenaamde spelboog, waarmee het dier spelsignalen laat zien. Bij katachtigen is het lastiger om het verschil tussen spel en gevaar te zien. ‘Zij hebben dit soort signalen niet. Daar moet je dus ook echt goed opletten, want het kan ook sneller omslaan.’
Probeer verder in huis ook alle competitie te vermijden. Van ballen tot eet- of drinkbakken, maar ook ligplekken en de aandacht van de baas. ‘De aandacht verdelen blijkt in de praktijk moeilijk te zijn’, vertelt Vinke. ‘Vooral honden hebben een erg sterke band met hun baasje en bij een nieuwkomer valt dat van de ene op de andere dag weg.’ De professor stelt voor om je hond al een tijdje, voordat het nieuwe huisdier arriveert, voor te bereiden op minder aandacht. ‘Anders krijg je sociale jaloezie.’
Wat zijn goede combinaties?
‘Een kat en een hond samen is iets wat veel mensen willen, maar eigenlijk is het geen goede match’, zegt Vinke. Dit komt doordat de hond een zogenaamd ‘toproofdier’ is, waardoor er een predator-prooirelatie ontstaat. ‘Dat is misschien leuk voor de hond, want die kan lekker jagen, maar voor de kat brengt dat erg veel stress en angst met zich mee.’ Het kan in sommige gevallen wel, als beide dieren goed gesocialiseerd en gewend aan elkaar zijn.
Volgens Vinke zijn er een paar combinaties te vinden in de theorie, die goed met elkaar overweg kunnen. ‘Een teef samen met een reu is altijd het beste. Een reu - reu-combinatie kan, als er geen intacte teef in de buurt is.’ Twee teven onderling blijkt volgens de gedragsbioloog voor te veel onderlinge competitie te zorgen. ‘Dan kunnen ze elkaar letterlijk doodvechten.’
‘Zeker als je al een dier hebt, moet je ook vanuit zijn perspectief kijken’
Bij katten ligt het iets anders. ‘In boerderijstudies zie je dat katten zichzelf sociaal organiseren, als er voldoende voer is’, zegt Vinke. Dit betekent dat aan elkaar verwante poezen bij elkaar blijven met hun nakomelingen, en soms een verdwaalde kater die daaromheen hangt. ‘Dat zou dus de beste combinatie kunnen zijn. Het probleem is wel dat deze nakomelingen, net als bij mensen, uiteindelijk het nest willen verlaten. Dus daar zitten nog wel wat haken en ogen aan.’
Een jonge puppy of kitten introduceren aan een bejaard dier is meestal ook geen goed idee. ‘Heel soms zie je dat zo’n oude hond of kat nog opleeft, maar vaker zie je dat dat niet goed gaat’, vertelt Vinke. Wat voor combinatie je ook aangaat, als eigenaar wil je vervelende situaties natuurlijk voorkomen. ‘Dus bezin voor je begint.’