Welke gevolgen zijn er voor ons pensioen?
We leggen uit wat indexeren, korten en de dekkingsgraad is en hoe dit ons pensioen beïnvloedt.
De prijzen stijgen. Dat is iets van alle tijden. Kon je vroeger voor 2 euro nog 4 kilo appels kopen, tegenwoordig is het nauwelijks genoeg voor 1 kilo appels. Je kunt dus steeds minder kopen voor je geld. Dat proces heet ook wel inflatie: een euro wordt steeds minder waard.
Dat geldt dus ook voor pensioenen. De fondsen willen er graag voor zorgen dat als je met pensioen gaat je met dat geld hetzelfde kunt kopen als nu. 70% van je gemiddelde salaris nu, moet over dertig jaar hetzelfde waard zijn als nu. Anders zou het een loze belofte zijn.
De fondsen willen graag dat je pensioen zijn waarde behoudt en dat doen ze door het bedrag jaarlijks een klein beetje te verhogen. Dat heet indexeren. Als de indexatie (verhogen) gelijk is aan de inflatie (geld wordt minder waard) dan blijft het pensioen dus gelijk. Dan behoudt de belofte zijn waarde.
Omdat de fondsen in de problemen zitten zijn veel pensioenen de laatste jaren niet meer geïndexeerd. Dat betekent dat ze niet zijn verhoogd en dus minder waard zijn geworden. Dat geldt niet alleen voor de pensioenen die worden uitbetaald.
Ook de beloftes zijn niet geïndexeerd. De aanspraken van de mensen die nu nog werken zijn dus ook minder waard geworden. Dat betekent dus dat de totale belofte afneemt.Wat is korten?
Helaas bleek het niet indexeren niet voldoende om de problemen op te lossen. De pensioenen zijn ook gekort. Het is voor het eerst dat dat gebeurt en het is heel tegenstrijdig aan de communicatie van de pensioenfondsen.
Veel fondsen hebben altijd gedaan alsof de belofte in beton gegoten was. Er werd een pensioen beloofd en daar konden de werknemers ook op rekenen. Die zekerheid is dus door het korten onderuitgehaald.
Korten betekent dat alle pensioenen worden verlaagd. Dat gebeurt dus niet alleen met de pensioenen die worden uitbetaald maar ook met de beloofde pensioenen.
Gepensioneerden die gekort worden krijgen dus elke maand veel minder geld. De mensen die nog werken krijgen een pensioenoverzicht waarin de belofte een stuk lager geworden is.
In de Pensioenwet staat dat er bij hoge uitzondering gekort mag worden. De toezichthouder De Nederlandse Bank heeft, na de crisis van 2008, met veel fondsen afgesproken dat zij een herstelplan zouden schrijven. In deze plannen staat beschreven hoe de fondsen denken uit de problemen te komen. Het korten is de laatste maatregel in deze plannen.
Helaas heeft de eerste pensioenkorting in de Nederlandse geschiedenis onvoldoende opgeleverd. De belofte is niet genoeg gedaald, er wordt bij heel veel fondsen nog te veel beloofd en daarom dreigen veel fondsen volgend jaar weer te moeten korten.Wat is de dekkingsgraad?
Of een fonds moet korten heeft heel veel met de dekkingsgraad te maken. De dekkingsgraad is een soort meter voor de verhouding tussen de belofte die een fonds gedaan heeft en het geld dat het fonds in kas heeft.
Is de dekkingsgraad 100%, dan heeft het fonds genoeg geld in kas om alle beloftes te voldoen.
Is de dekkingsgraad onder de 100%, bijvoorbeeld 95%, dan is er meer beloofd dan het fonds kan waarmaken.
Is de dekkingsgraad boven de 100%, bijvoorbeeld 105%, dan zit er meer geld in de pot dan het fonds heeft beloofd.
Om deze dekkingsgraad te berekenen werd de marktrente gebruikt. Probleem is dat door de crisis de marktrente erg laag is. Dat heeft invloed op de dekkingsgraad, want als deze met een lage rente wordt berekend, is de dekkingsgraad laag.
Zou de marktrente echter hoger zijn, dan zou de dekkingsgraad stijgen. Het een hoge dekkingsgraad, er zit dan meer geld in kas dan het fonds aan beloftes heeft gedaan, kan het fonds weer indexeren en misschien zelfs de kortingen weer goedmaken!