Dus welke kun je nu het beste nemen? Een goedkope, of toch die jouw dealer je adviseert?

Viscositeitsgehalte van motorolie

Iedere auto vraagt zo om zijn eigen olie. Meestal staat in het onderhoudsboekje welke olie het beste geschikt is voor jouw auto. Joep Schuurman van Carrec Technocenter geeft aan dat je niet meer zoals vroeger een jerrycan van 5 liter kunt kopen en dat deze goed was voor iedere motor. Je moet vooral letten op het viscositeitsgehalte. Dit gehalte wordt uitgedrukt in een getal, een letter en twee getallen. Bijvoorbeeld 5W-30 Dit gehalte staat voor de dikte van de olie.

De motor is zo ontworpen dat deze een dunnere, of juist een dikkere olie nodig heeft. Het is dus van belang dat je je houdt aan het opgegeven gehalte. Het merk is niet van belang. Staat het viscositeitsgehalte niet vermeldt in je onderhoudsboekje, dan moet jouw garage je kunnen vertellen welke dikte de olie moet hebben. Ook kun je met behulp van je kenteken op verschillende websites achterhalen welke olie jouw auto nodig heeft.

Zelf je oliepeil controleren

Ook moet je regelmatig zelf het oliepeil peilen. Joep zegt dat dit niet alleen voor oude auto's geldt, maar ook voor nieuwe auto's. Hij adviseert om minimaal één keer per maand de olie te peilen. Op de peilstok in de motor staat een minimum en een maximum streepje. Staat die op het minimum dan moet er bij de meeste auto's een liter olie bij.

Het peilen doe je nadat de motor een minuut of tien heeft uitgestaan. Ook is het zaak dat de auto op een rechte ondergrond staat (geen helling). Met bijvullen is het van belang om het morsen zoveel mogelijk te voorkomen. Gemorste olie op het motorblok geeft vooral een flinke stank. Meestal leveren verkooppunten van motorolie een papieren trechter om morsen te voorkomen.

Als je de olie zelf hebt bijgevuld: sluit de klep of dop goed. Ook moet je zeker weten dat de peilstok weer helemaal sluitend in de motor zit. Dit alles om onnodig lekken van de olie te voorkomen.