Afspraken tegen misstanden in textielmarkt

textiel_780.jpg

Er komt in Nederland een gezamenlijke aanpak om misstanden in de kleding- en textielindustrie in ontwikkelingslanden tegen te gaan.

Organisaties uit de textielmarkt, vakbonden, maatschappelijke organisaties en de overheid sluiten hiervoor woensdag een overeenkomst.

Productielanden

Het convenant moet helpen een eind te maken aan onder meer gevaarlijke werkomstandigheden, kinderarbeid, onderbetaling en milieuvervuiling die voorkomen in productielanden als Bangladesh, India, Pakistan en Turkije.

Nederlandse kleding- en textielbedrijven gaan de problemen bij hun leveranciers daar op een rijtje zetten en maken jaarlijks een verbeterplan. Bonden en maatschappelijke organisaties helpen via hun lokale partners bij de uitvoering en de overheid probeert met de landen afspraken te maken over verbetering van hun arbeidsinspectie.

De coalitie bestaat uit de brancheorganisaties VGT, Modint en Inretail, de vakbonden FNV en CNV, de rijksoverheid en de organisaties Solidaridad, UNICEF Nederland, Landelijke India Werkgroep, Coalitie Stop Kinderarbeid en Stichting Vier Voeters. Schone Kleren Campagne (SKC), dat zich sinds 1989 inzet voor goede arbeidsomstandigheden in de kledingindustrie, is er niet bij.

Het is de bedoeling dat ten minste 35 bedrijven meedoen die samen minimaal 30 procent van de omzet in Nederland vertegenwoordigen. 'Dat ligt al in de week', zegt een woordvoerder namens de Sociaal-Economische Raad, die leiding geeft.

Eerlijke kleding

In kleding van bedrijven die meedoen komen geen speciale labels. Maar klanten kunnen straks wel op internet zien welke bedrijven zich hebben gebonden en weten dan ook dat die bezig zijn kleding eerlijk te maken.

Afspraken

Minister Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking) wil de startfinanciering voor haar rekening nemen, maar alleen als duidelijk is wie daarna de rekening oppakt. Het convenant moet in juni worden ondertekend.

Schone Kleren Campagne, dat ook meedeed aan de onderhandelingen, zag bij andere partijen geen draagvlak voor concrete afspraken over bijvoorbeeld leefbaar loon en vakbondsvrijheid. Ook vindt het de controlemogelijkheden onvoldoende.

Bron: ANP