Beter slapen, ontspannen of een oppepper: maken theesoorten hun beloftes waar?

Kopje Thee

Op veel verpakkingen van thee staan beloftes: thee die helpt bij stress, beter slapen, meer energie of een ondersteuning van je immuunsysteem. Maar wat is daarvan waar en wat doet thee nu echt? Radar vroeg het aan twee theesommeliers: Mariëlla Erkens en Karin Kamman

Niet alle thee is ook echt thee

Er is een belangrijk verschil tussen de ‘thee’ uit de supermarkt en wat theedeskundigen echte thee noemen. Erkens legt uit: “Je mag iets alleen thee noemen als het afkomstig is van de theeplant, de Camellia sinensis. Wat je in de supermarkt vaak koopt, zijn infusies: mengsels van kruiden en specerijen. In de volksmond wordt dat ook thee genoemd.”

Kamman, licht verder toe: “We noemen nu eenmaal alles wat we in heet water gooien ‘thee’. Je kunt daar heel puristisch over doen, maar zo noemen mensen het nou eenmaal.”

Voordelen van echte thee

Het verschil tussen echte thee en de ‘thee’ uit de supermarkt, zit vooral in de samenstelling, legt Kamman uit. “Het bijzondere van echte thee is de combinatie van cafeïne en L-theanine. Van cafeïne krijg je een oppepper, maar L-theanine werkt juist rustgevend en concentratiebevorderend. Dat is ook aangetoond in wetenschappelijke studies.”

Om die unieke combinatie te illustreren, geeft Kamman een voorbeeld: “Boeddhistische monniken ontdekten dat ze dankzij de thee die ze gedurende de dag dronken, de hele dag konden mediteren zonder in slaap te vallen. De cafeïne hield ze wakker, terwijl de L-theanine ze rustig maakte.”

Hoe sterk dat effect is, hangt volgens haar wel af van hoe je de thee zet. “Wat er in het blad zit, komt niet automatisch allemaal in je kopje terecht.” Kamman licht verder toe: “Als je echte thee op de juiste manier zet, kun je het effect van cafeïne en L-theanine al na één kopje merken, zeker als je daar gevoelig voor bent.”

Kruideninfusies niet altijd gezond

Erkens benadrukt dat kruideninfusies (die je dus vaak in de supermarkt koopt) niet per definitie gezond zijn. “Mensen denken vaak dat kruideninfusies altijd gezond zijn, maar dat hoeft zeker niet altijd zo te zijn. Bijvoorbeeld teveel St Janskruid kan erg schadelijk zijn, evenals zoethoutextract, dat veel in kruidenmelanges zit.”

De beloftes die op ‘thee’-verpakkingen staan, zijn lastig te bewijzen, zegt Erkens. Ze stelt dat het moeilijk is vast te stellen wat de stoffen in ‘thee’ precies doen. “Ja, ze zitten er in, maar in hoeverre ze ook daadwerkelijk effect hebben is niet te bewijzen. Je zou dan iemand heel secuur moeten volgen en alles noteren wat zo iemand inneemt en wat er aan externe factoren meespelen, want misschien zorgen die juist wel voor de goede nachtrust die nacht.”

“Misschien als je een liter thee drinkt…”

Er wordt veel onderzoek gedaan naar het effect van stoffen in thee, maar volgens Kamman is het belangrijk om die resultaten in perspectief te zien. “De meeste studies naar bijvoorbeeld L-theanine gebruiken supplementen van wel 400 milligram, terwijl er in een kopje thee misschien zes milligram zit,” legt ze uit.

“Wil je echt ergens effect van merken, dan moet je er behoorlijk veel van binnenkrijgen. De hoeveelheden in een gewoon kopje zijn daarvoor te klein. Natuurlijk werkt kamille ontspannend, maar de meeste mensen halen het zakje twee keer heen en weer. Dan zit er nauwelijks iets in je thee.” Zelfs wie een zakje tien minuten laat trekken, krijgt volgens Kamman nog te weinig binnen om een verschil te merken. “Misschien als je er een liter van drinkt, maar dat doet bijna niemand.”

Ook Erkens benadrukt: “Het zou kunnen dat wetenschappelijk bewezen is dat ingrediënten in ‘thee’ op zichzelf een dergelijk effect kunnen hebben. Maar hoeveel moet je er dan van innemen en zit die hoeveelheid dan wel in die melange?’

Dit zie je volgens haar ook bij andere voedingsmiddelen, zoals chocolade. “Daarin zit het anti-stressmiddel phenylethylamine, en het stimuleert de aanmaak van het gelukshormoon serotonine. Maar je moet dan wel enorm veel chocola eten om effect te krijgen en ja, dan word je dik, ziek en ongelukkig en ben je weer terug bij af.”

Is het dan vooral marketing?

Volgens Erkens worden de vermeende effecten van ‘thee’ flink opgeklopt in de marketing. “Het is allemaal niet echt te bewijzen,” zegt ze. “Er wordt gebruikgemaakt van resultaten uit wetenschappelijke onderzoeken en eeuwenlange ervaring met kruiden, maar alleen de uitkomsten die goed klinken. Eventuele bijwerkingen of negatieve effecten worden weggelaten, want dat verkoopt natuurlijk niet.”

Kamman sluit zich hierbij aan. Op een ‘thee’-verpakking staat bijvoorbeeld: ‘Maak van elke Monday een Happy Monday met deze infusie van frisse citroen, verwarmende gember en pittige zwarte peper. Voor als je wel even een oppepper kunt gebruiken!’ “Dat is natuurlijk vooral marketing,” zegt ze.

Maar, zegt Kamman, “het psychologisch effect is er wél. Als je denkt dat je van kamillethee rustig wordt, dan helpt dat al.”

Geniet van het ritueel

Kamman benadrukt: “Als theesommelier kan ik alleen maar zeggen: wil je genieten van de uitgebreide smaaknuances én de effecten van cafeïne en L-theanine, neem dan echte, losse thee. Maar geniet vooral van het ritueel van het theedrinken. Het geeft een bepaald gevoel, een moment van rust, bijna iets mindfuls.”

Erkens vult aan: “Drink thee en kruideninfusie vooral omdat je het lekker vindt, en neem al die gezondheidsclaims met een flinke bonk zout. Wil je geen cafeïne, drink dan kruideninfusies als rooibos of kruidenmelanges, maar ook dan geldt: alles met mate.”