Elektronicaketen Scheer & Foppen failliet
Elektronicaketen Scheer & Foppen is failliet. Het bankroet over het winkelbedrijf met 56 filialen is dinsdag door de rechter uitgesproken. Voor alle 475 medewerkers is ontslag aangevraagd.
De meer dan vijftig jaar oude familieonderneming kampte al enkele jaren met een teruglopende omzet. Probleem voor Scheer & Foppen was dat consumenten producten als televisies en stofzuigers in toenemende mate via het internet zijn gaan kopen, en steeds minder in de elektronicazaak zelf.
De filialen van Scheer & Foppen bevinden zich vooral in het noordoostelijke deel van het land. De keten werd begin jaren zestig opgericht door de Harderwijker Aart Foppen.
Doorstart
Of er nog een doorstart inzit valt te betwijfelen. De afgelopen maanden heeft de directie al tal van gesprekken gevoerd met overnamekandidaten die het bedrijf zouden kunnen doorstarten, maar dat liep op niets uit. 'Je weet nooit wat voor partijen het bericht van het faillissement nog op de been brengt, maar met alle voor de hand liggende overnamekandidaten is al gesproken', aldus een woordvoerder van Scheer & Foppen.
Filialen voorlopig open
De curatoren hebben laten weten dat alle filialen voorlopig open blijven. Ook enkele webwinkels, waaronder Bobshop en Internetshop, en logistiek dienstverlener E-man vallen onder het faillissement. Scheer & Foppen Installatietechniek is niet failliet verklaard en wordt onveranderd voortgezet. Bij die 'zelfstandige en financieel sterke onderneming' werken volgens de zegsman nog een kleine honderd mensen.
Brancheorganisatie Uneto-VNI hoopt dat zich alsnog geïnteresseerde partijen melden voor overname van vestigingen van Scheer & Foppen. De keten is een van de grootste detailhandelsleden van Uneto-VNI.
'Grote prijsdruk en hevige concurrentie'
Volgens de koepelorganisatie heeft Scheer & Foppen tijdig geïnvesteerd in de noodzakelijke koppeling tussen fysieke winkels en webshops. 'Het bedrijf liep daarin voorop. Grote prijsdruk en hevige concurrentie van webwinkels hebben helaas geleid tot dit faillissement.'
Bron: ANP