Hoe haal je het meeste uit je kruidentuintje?

Basilicum voor in de pastasaus, verse munt in je thee of tijm over de gebakken aardappels: met wat potten en plantenbakken kun je op je balkon al een aardige kruidentuin beginnen. Toch gaat het in de praktijk best vaak mis. Als je je kruiden verkeerd oogst of op de verkeerde manier bewaart, zit je al snel met een smakeloos goedje of bosje verlepte blaadjes. Laten we eens kijken hoe je je kruiden het best kan oogsten en bewaren zodat ze wel smaakvol blijven.
Hoe pluk je verschillende kruiden?
Sommige kruiden raken al van de kook bij ‘de pluk’, die veel mensen te letterlijk nemen. Het lukraak blaadjes van de plant plukken brengt sommige prille gewasjes schade toe. Bij basilicum is het bijvoorbeeld belangrijk om boven een bladpaar te knippen – dus op de plek waar meerdere blaadjes aan de stengel groeien. Op die manier loopt de plant weer uit en wordt hij voller. Knip je alleen onderaan wat blaadjes weg, dan put je de plant langzaam uit.
Munt is dan weer een stuk vergevingsgezinder. Die kun je gerust terugknippen tot zo’n vijf tot zeven centimeter boven de grond. Zeker als je af en toe de topjes wegneemt, groeit de plant juist beter.
Tijm en rozemarijn vragen weer wat meer beleid. Knip alleen de jonge toppen af; de houtige delen groeien namelijk nauwelijks terug. Wie in één keer te veel oogst, geeft zijn plantje een stevige opdonder, die desastreuze gevolgen kan hebben.
Drogen of invriezen?
Kruiden drogen lijkt eenvoudig, maar er komt toch wat bij kijken als je zoveel mogelijk smaak en kleur wilt behouden. Harde, aromatische kruiden zoals tijm, oregano, rozemarijn en salie zijn het meest geschikt om te drogen, omdat ze hun geur en smaak goed vasthouden.
De Vlaamse kruidendeskundige Daniëlle Houbrechts legt uit: “Begin met oogsten op een droge ochtend, zodra de dauw is verdwenen. Maak tuiltjes (bosjes) van de verse kruiden en stop ze ondersteboven in een niet behandelde papieren zak: zo blijven ze donker en kunnen ze ventileren. Zon en licht nemen namelijk de kleur weg.” Ook de aromatische oliën die zorgen voor smaak en geur verdwijnen snel onder sterk licht.
“Een andere methode: spreid de kruiden uit op een braadslee met een donkere handdoek erover. Zet ze overdag in de zon en haal ze ’s avonds binnen. Herhaal dit tot ze knisperdroog zijn. Rits de blaadjes van de steeltjes en maal ze eventueel fijn. Bewaar in een afgesloten potje op een donkere plek.”
Kruiden als basilicum, peterselie en bieslook zijn minder geschikt om te drogen. Bij dit proces verliezen ze veel van hun geur en smaak. Invriezen is bij deze soorten vaak een beter alternatief.
Vers, in de vriezer of in olie?
Wil je kruiden vers bewaren voor een optimale smaak, zet ze dan als een bos bloemen in een glas water. Bedek ze eventueel met een los plastic zakje om uitdrogen tegen te gaan. Pas op met basilicum. Dit gevoelige plantje houdt niet van kou en moet op kamertemperatuur blijven. In de koelkast verpietert basilicum in no time.
Ook kun je je kruiden bewaren in olie of azijn. Rozemarijn of tijm geven hun smaak goed af in een fles olijfolie. Zorg wel dat je de flessen goed afsluit en koel bewaart.
Maak je eigen mix
Wie eenmaal wat gedroogde kruiden op voorraad heeft, kan gaan mengen. Denk aan een Italiaanse mix van basilicum, oregano en tijm, of maak een kruidenzout van grof zeezout, rozemarijn en knoflookpoeder. Ook leuk: muntsuiker. Meng fijngemalen gedroogde munt door kristalsuiker – verrassend lekker op fruit.
Let op bij het wildplukken
“Niet alles wat op een keukenkruid lijkt, is eetbaar”, waarschuwt Houbrechts. “Zo lijkt het blad van het giftige meiklokje sterk op daslook (een soort wilde knoflook). Hondspeterselie klinkt onschuldig, maar is net als berenklauw gewoon giftig. Die laatste lijkt dan weer op engelwortel, waarvan je de stengels juist wél kunt konfijten. Bij twijfel: niet plukken.”
Eetbare bloemen
Steeds meer mensen ontdekken eetbare bloemen. “Sommige smaken vrij neutraal en gebruik je vooral voor decoratie”, zegt Houbrechts. “Andere hebben juist een pittige of bloemige smaak. Denk aan madeliefjes, daslookbloemen of dovenetel op een toastje of salade. Grote bloemen, zoals stokroos of kaasjeskruid, kun je fijnsnipperen”.
Daniëlle Houbrechts tipt een paar soorten:
- Oost-Indische kers: bloeit tot de eerste vorst. Peperige blaadjes, vrolijke bloemen.
- Korenbloem: weinig smaak, maar een blauwe blikvanger op elk gerecht.
- Vrouwenmantel: groengeel en opvallend. Eetbaar als ze onbespoten zijn; deze ‘Alchemilla vulgaris’ is ook geschikt voor thee.
Een laatste tip: “Meng zeezout met verse kruiden en eetbare bloemen. Het zout trekt het vocht eruit, waardoor je een vochtig papje krijgt. Spreid dat uit op een braadslee in een heteluchtoven op maximaal 40 graden met de ovendeur op een kiertje. Roer af en toe los met een vork tot alles goed droog is. Maal de brokjes fijn in een vijzel en strooi dit geurige kruidenzout over pasta, rauwkost of natuurlijk…de patatjes.” Heb je inmiddels ook al zo’n trek gekregen?