Is ons pensioenstelsel solidair?

Ons pensioenstelsel wordt geroemd voor de solidariteit, maar is daar nog sprake van?

Vaak zit er in een aanvullende pensioenregeling een dekking voor nabestaanden bij overlijden of wordt de premie doorbetaald als iemand arbeidsongeschikt raakt. In die zin is het stelsel solidair: binnen het collectief worden bepaalde klappen voor elkaar opgevangen.

Maar het systeem is zo ontworpen dat er ook een aantal elementen in zitten die helemaal niet solidair zijn. Bijvoorbeeld de doorsneepremie, dat is de regeling dat we allemaal hetzelfde percentage betalen aan ons pensioen.

Hierdoor wordt de administratie van het pensioenfonds veel simpeler, maar deze regeling heeft ook een ongewenst effect: arm betaalt meer voor het pensioen dan rijk.Wat betekent de doorsneepremie?

Iedereen binnen een collectief betaalt hetzelfde percentage van de pensioengrondslag aan premie. Van het salaris is er een bepaald deel dat voor het pensioen in aanmerking komt. Dat deel heet de pensioengrondslag.

Iedereen binnen het collectief betaalt een even groot percentage aan premie. Bijvoorbeeld 20%. Zo betaalt iedereen naar verhouding van het salaris evenveel premie voor het pensioen.

Door deze premie betalen mensen onder de 45 eigenlijk meer premie ten opzichte van de waarde van hun pensioen dan na hun 45ste. Na hun 45ste krijgen ze eigenlijk het geld dat ze in het begin teveel betaald hebben terug, want dan betalen ze te weinig premie voor de waarde van hun pensioen.Twee problemen

Er zijn twee problemen met betrekking tot de doorsneepremie. Het eerste  is dat mensen tegenwoordig niet meer 40 jaar bij dezelfde baas werken. Ze veranderen van baan, en van pensioenfonds, beginnen voor zichzelf of verlaten om andere redenen tijdelijk de arbeidsmarkt.

Daardoor krijgen ze de te veel betaalde premie in de tweede helft van hun loopbaan niet terug. Ze betalen dus te veel voor iets dat ze later niet meer goed kunnen maken. Dit betekent eigenlijk dat jongeren een deel van het pensioen van ouderen betalen.

Het tweede probleem heeft te maken dat de armere mensen betalen voor rijkeren. Dat komt omdat hoger opgeleiden in de tweede helft van hun carrière vaak veel meer gaan verdienen en veel meer loopbaanontwikkeling hebben dan lager opgeleiden.

In het tweede gedeelte van hun loopbaan krijgen de rijkeren in feite pensioensubsidie van de armeren. Dit is een element dat niet past bij het beeld van solidariteit; het wordt door veel mensen niet als eerlijk en solidair ervaren dat arme mensen meer bijdragen dan rijke mensen.Wat betekent het verlagen van het opbouwpercentage?

Dit oneerlijke element wordt nog versterkt door de verlaging van het opbouwpercentage. Dat is een maatregel die het kabinet per januari 2015 in wil voeren. Deze maatregel houdt in dat het gedeelte van ons loon dat we belastingvrij mogen sparen voor ons pensioen wordt verlaagd.

Omdat we minder belastingvrij kunnen bijdragen, wordt het uiteindelijke pensioen veel lager. Gevolg hiervan is dat we langer door gaan werken om hetzelfde pensioen te bereiken. Een ander gevolg zou zijn dat de premie zou dalen, want als je minder pensioen kunt opbouwen, zou je daar ook minder voor moeten betalen.

De fondsen hebben echter aangegeven niet zeker te weten of deze premie ook omlaag kan. Eigenlijk willen de fondsen eerst weer gezond worden, voordat ze de premie omlaag zouden brengen.

Dat zou betekenen dat we hetzelfde blijven betalen voor minder pensioen. Dat schept een ongelijkheid tussen jong en oud. Dit wordt verhelderd door het volgende voorbeeld:

Iemand van 30 en iemand van 62 hebben beide precies dezelfde loopbaan en dezelfde loonontwikkeling. Als ze in de oude situatie beide doorwerken tot hun 65ste bouwen ze beide 18000 euro bruto per jaar aan pensioen op.

Wordt het opbouwpercentage verlaagd en blijft de premie gelijk en werken ze allebei door tot hun 67ste dan zien we een enorm verschil in pensioen. De 30-jarige bouwt dan 15778 bruto per jaar aan  pensioen op. De 62-jarige echter een pensioen van 20398 euro bruto per jaar.Klik hier voor een schema van het bovenstaande voorbeeld.