Kinderprogramma’s vol prikkels baren experts zorgen: ‘Voortdurende overbelasting’

Kind Kijkt TV

Kinderprogramma’s worden niet meer alleen gemaakt om de doelgroep iets te leren. Steeds vaker draait het om geld verdienen en worden programma’s zo ontworpen dat ze de aandacht van kinderen zo lang mogelijk vasthouden. Maar hoe doen makers dat precies, is het schadelijk en is er zelfs reden tot zorg?

Wil je niet het hele artikel lezen? Bekijk hier onze (korte) story

Vroeger versus nu

De kinderprogramma’s die vandaag de dag te zien zijn, verschillen van die van vijftien tot twintig jaar geleden. Tiffany van Stormbroek van het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM) legt uit: “Programma’s als Sesamstraat of Tik Tak hadden een veel rustiger tempo, met langere scènes en meer nadruk op verhalen en educatie.”

Nick van Hummel van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) licht toe hoe programma’s als Cocomelon, Baby Shark en Paw Patrol daarvan afwijken. “Ze gebruiken felle kleuren, veel geluidseffecten, snelle montage, herhaling van bekende deuntjes in liedjes en in- en uitzoomen in het beeld, en alles gebeurt in een hoog tempo, waardoor de stimuli hoog blijven.”

Verschil publieke en commerciële programma’s

Van Stormbroek benadrukt dat er vroeger ook al een verschil was tussen publiek en commercieel gemaakte programma’s. Commerciële programma’s worden gemaakt om advertenties te verkopen. Publieke programma’s hebben de taak om via amusement een informatief, cultureel of educatief doel te bereiken of een breed en divers publiek te trekken. 

Moraal juist? 

Volgens Pont draait het bij moderne jeugdprogramma’s allang niet meer alleen om educatie, maar vooral om geld verdienen. “Cocomelon is nog niet zo lang geleden verkocht voor drie miljard dollar. Dat is gewoon een moneymaker,” zegt hij. “Je verdient pas echt veel als een doelgroep zo lang mogelijk blijft kijken en er wordt veel onderzoek gedaan naar hoe ze dat kunnen doen.”

Pont sprak zelfs een investeerder over die verkoop. “Hij zei: als het om zulke bedragen gaat, verwacht je het minstens drievoudig terug te verdienen. Die drie miljard gaan ze dus terugverdienen en dat doen ze met de aandacht van onze kinderen.”

“Als de intentie van de maker is om de aandacht van kinderen zo lang mogelijk vast te houden, begeef je je op een terrein waar je niet wilt zijn,” zegt Van Stormbroek. “Als de inhoud en het doel van de content alleen gericht zijn op de kijktijd en advertentieverkoop, dan levert dat kinderen niet veel meer op dan schermverslaving. Bij inhoudelijke en educatieve content is lang kijken ook af te raden tot bepaalde leeftijden, maar levert de inhoud wellicht wel iets op.”

Geen regels voor commerciële kinder-tv

“Er bestaan richtlijnen voor inhoud met betrekking tot schadelijkheid tot een bepaalde leeftijd en richtlijnen voor verantwoord schermgebruik. Die kunnen helpen om te beoordelen wat wel en niet goed is voor kinderen,” legt Van Stormbroek uit. “Sommige omroepen houden zich daar ook aan: zij stemmen hun jeugdprogramma’s af op de ontwikkelingsleeftijd van kinderen, bijvoorbeeld wat betreft duur, tempo en hoeveelheid prikkels. Maar bij commercieel gemaakte kinder-tv ligt dat anders. Makers zouden er goed aan doen om die twee zaken te combineren tot een verantwoord programma.”

“Daar draait het vooral om kijkcijfers en inkomsten. Hoe langer de doelgroep blijft kijken, hoe meer geld er wordt verdiend. In het geval van Cocomelon wordt de content bewust zo gemaakt dat kinderen zo lang mogelijk aan het scherm gekluisterd blijven. En daar bestaan geen regels voor. Er is geen wettelijke limiet voor montagesnelheid of kleurgebruik.”

Wat overprikkeling kan doen met jonge kinderen

De gevolgen van de voortdurende prikkeling door jeugdprogramma’s zijn nog niet bekend, omdat er nog geen breed onderzoek is gedaan naar de mogelijke negatieve en langdurige effecten op jonge kinderen, benadrukt Van Stormbroek. “Dit onderwerp heeft wel onze aandacht, omdat we zien dat er reden is tot zorg. En dat heeft met name te maken met overmatige blootstelling. Want we weten als kinderen overmatig blootgesteld worden aan die programma’s, dat het ook kan leiden tot kortere aandachtspunten, overprikkeling en moeite met concentreren bij rustiger activiteiten.”

Ontwikkelingspsycholoog Steven Pont legt uit dat de manier waarop deze jeugdprogramma’s zijn opgebouwd ervoor zorgt dat de hersenen voortdurend actief en geprikkeld blijven. “Kinderen raken gewend aan een constante stroom van nieuwe prikkels en zijn steeds benieuwd naar wat er hierna komt,” zegt hij. “Wat je de hersenen aanwent, gaan ze ook van hun omgeving verwachten. Die omgeving is dan al snel te traag, waardoor kinderen eerder afgeleid raken. Dat merken we bijvoorbeeld ook in de klas: leerkrachten willen een verhaal vertellen dat een paar minuten duurt, maar leerlingen zijn inmiddels gewend om elke paar seconden een nieuwe impuls te krijgen.”

Van Hummel vult aan dat kinderen door deze programma’s moeite krijgen met langere, rustige activiteiten, maar wel hun volledige aandacht bij het scherm kunnen houden. “Doordat de stimuli voortdurend zo hoog blijven, wordt het beloningssysteem in de hersenen continu geactiveerd. Dat kan leiden tot een cognitieve overbelasting, waardoor kinderen zich moeilijk nog op iets anders kunnen concentreren. Ze worden als het ware in het programma gezogen. Het gevolg is dat jonge kinderen zo opgaan in Cocomelon dat ze nauwelijks meer aanspreekbaar zijn, omdat hun brein overbelast raakt door alle prikkels.”

Naast de invloed op aandacht en concentratie hebben deze programma’s ook effect op gedrag. Van Stormbroek ziet dat bij jonge kinderen die helemaal opgaan in een programma. “Je merkt dat ze boos of onredelijk kunnen worden zodra ze moeten stoppen met kijken naar Cocomelon.”

Advies aan ouders 

Schermen worden vaak gebruikt als middel om emoties te reguleren, bijvoorbeeld wanneer een kind onrustig is of als een ouder even wil koken. “Maar door een scherm op dat moment als afleiding te gebruiken, mist het kind de emotionele ervaring die nodig is om te leren omgaan met gevoelens", zegt Van Hummel. “Die constante overprikkeling en het steeds activeren van het beloningssysteem in de hersenen laat weinig ruimte over voor de ontwikkeling van executieve functies, zoals bijvoorbeeld het reguleren van emoties.”

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft richtlijnen opgesteld om ouders te adviseren over schermtijd. Van Hummel legt uit: “De WHO raadt aan om kinderen onder de twee jaar helemaal geen schermtijd te geven en dat is niet voor niets. Ze hebben op die leeftijd eigenlijk weinig aan schermen. Ze leren veel meer van fysiek spel, aanraken, voelen en face-to-face interactie met hun ouders. Voor een kind onder de twee heeft schermtijd simpelweg geen nut.”

Een kwestie van balans

Van Hummel benadrukt: “We weten misschien niet of een programma als Cocomelon echt schadelijk is, maar ontspannend is het in elk geval niet. Kinderen leren er weinig van en begrijpen vaak niet eens wat er precies gebeurt, behalve dat ze voortdurend geprikkeld worden.”

Toch, voegt hij toe, het is niet zo dat een kind meteen ‘verpest’ is na één aflevering. “Er zitten ook gewoon leuke liedjes in en het kan iets zijn waar je samen op danst of plezier aan beleeft. Het gaat uiteindelijk om de balans. Maar als een kind van twee zo lang zijn aandacht ergens bij kan houden, dan moeten alle alarmbellen gaan rinkelen.”

“Het is dus niet zo dat het meteen schadelijk is als een kind af en toe kijkt. Als een kind van vier verspreid over de dag tien minuten schermtijd heeft en af en toe een keer naar Cocomelon kijkt, meedoet met een liedje en daarna weer iets anders gaat doen, is er weinig aan de hand. Het gaat echt om de context: veelvuldig en langdurig naar dit soort programma’s kijken is gewoon niet goed voor kinderen.”