Moet je je BMI gebruiken als maatstaf om te bepalen of je een ‘gezond’ gewicht hebt?

Weegschaal

Wanneer je zelf wilt controleren of je een gezond gewicht hebt, is de Body Mass Index (BMI) een makkelijke en snelle manier om een eerste indruk te krijgen. Maar moet je dat resultaat wel helemaal vertrouwen? En wat kun je doen voor een nauwkeuriger beeld van je gezondheid? Radar legt het uit.

Wat is BMI?

“De Body Mass Index is een index die de verhouding tussen je lengte en gewicht weergeeft,” legt de Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD) uit. “Het is een schatting om te bepalen of je een gezond gewicht hebt ten opzichte van je lengte en of je mogelijk ondergewicht, overgewicht of obesitas hebt. De uitkomst kan een indicatie geven van het risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en andere gewichtgerelateerde aandoeningen.”

Pascalle Stijger van het Voedingscentrum vult aan: “De BMI is een internationale maat die laat zien of je een gezond gewicht hebt in verhouding tot je lengte. De BMI kan berekend worden voor iedereen vanaf 2 jaar. Voor volwassenen van 19 tot en met 69 jaar ligt een gezonde BMI tussen de 18,5 en de 25.”

Voor wie is de BMI minder geschikt?

De BMI is niet voor iedereen een betrouwbare maat, zegt het Voedingscentrum. “Wanneer je heel gespierd bent, zwanger bent, borstvoeding geeft, heel lang of juist heel klein bent, is de BMI minder geschikt.”

“Ook voor ouderen boven de 70 jaar en voor mensen met een Aziatische achtergrond gelden andere grenzen voor overgewicht, ondergewicht en een gezond gewicht. Hetzelfde geldt voor kinderen in de leeftijd van 2 tot 11 jaar en tieners van 12 tot 18 jaar.”

Daarnaast is de BMI-berekening bij bijvoorbeeld krachtsporters minder betrouwbaar, zegt de NVD. “Zij hebben veel spieren en een hogere botdichtheid, waardoor ze hoger op de BMI-schaal uitkomen.” Hierdoor kunnen ze volgens Stijger in de categorie overgewicht vallen, terwijl ze geen hoge vetmassa hebben.

Moet je de BMI gebruiken als maatstaf? 

“De BMI geeft een grove schatting van hoe gezond iemands lichaamsgewicht is, maar zegt niet alles over de algehele gezondheid. Voor de algemene Nederlander geeft de BMI een redelijke eerste indicatie van een gezond lichaamsgewicht”, zegt de NVD.

Stijger benadrukt: “De BMI alleen is niet voldoende om iets te zeggen over de gezondheid van je gewicht. Het maakt enkel en alleen een inschatting van de gewichtsgerelateerde gezondheidsrisico’s op basis van lengte en gewicht. Daarbij wordt geen rekening gehouden met je vetverdeling, spiermassa, geslacht (bij volwassenen) of etniciteit. Op basis van je BMI alleen kan dan ook niets worden gezegd over hoeveel vet je hebt, hoe gezond je bent of hoe groot je risico bijvoorbeeld is op hart- en vaatziekten.”

Wel wordt de BMI nog steeds in de medische sector gebruikt, omdat het een eenvoudige, snelle en goedkope methode is om een eerste inschatting te maken van gezondheidsrisico’s, zegt het Voedingscentrum.

Aanvulling op de BMI

“Naast je gewicht is het voor je gezondheid ook belangrijk waar het lichaamsvet zit", zegt Stijger. “Vet in en rond de buik is nadelig voor je gezondheid. Dit vet is namelijk een belangrijke risicofactor voor het krijgen van diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Heb je een gezond gewicht, maar een te hoge middelomtrek? Dan is het belangrijk om ervoor te zorgen dat je gewicht gelijk blijft en je middelomtrek niet hoger wordt.”

Het Voedingscentrum raadt daarom aan om de middelomtrek te meten als aanvulling op de BMI, omdat dit een beter beeld geeft van de vetverdeling en het risico op gezondheidsproblemen.

“Een gezonde middelomtrek voor vrouwen is kleiner dan 80 centimeter, voor mannen kleiner dan 94 centimeter. Boven de 88 centimeter (vrouwen) en 102 centimeter (mannen) in combinatie met een BMI van 25 of hoger is er sprake van een verhoogd gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico.”

Vergeet niet

“De BMI zegt helemaal niets over hoe mooi een lichaam is. Ieder lichaam is anders en mooi op zijn eigen manier,” benadrukt het Voedingscentrum.

Meer over