Mogelijk einde salderingsregeling: reactie politieke partijen en het Ministerie
Radar heeft contact gezocht met verschillende politieke partijen over hun standpunten ten aanzien van het wetsvoorstel tot beëindiging van de salderingsregeling.
VVD
Vinden jullie dat consumenten voldoende beschermd zijn tegen extra kosten en onduidelijkheden rondom de terugleververgoeding, vooral gezien jullie eerdere inzet voor een minimale vergoeding van 80%?
VVD-Kamerlid Silvio Erkens: "Wat voor de VVD voorop staat is dat mensen met zonnepanelen een eerlijke prijs moeten krijgen voor de teruglevering van hun opgewekte energie en niet met terugleverkosten of andere heffingen moeten worden geconfronteerd. Mensen nemen zonnepanelen om te vergroenen en minder geld kwijt te zijn aan energie, dan kan het niet zo zijn dat mensen extra kosten moeten gaan betalen voor het hebben van zonnepanelen.
Daarom zal ik bij het debat een voorstel doen om de terugleverkosten en andere heffingen af te schaffen voor zonnepanelen bezitters en vragen om dit door de toezichthouder ACM te laten controleren. Zodat mensen niet extra hoeven te betalen voor zonnepanelen en het duidelijk is wat panelen opbrengen en kosten."
GroenLinks-PvdA
Welke waarborgen zijn volgens jullie essentieel in de nieuwe regeling om consumenten goed te beschermen?
"Wij zijn van mening dat het huidige voorstel van dit kabinet om de salderingsregeling af te schaffen niet alleen asociaal beleid is, en dat ze het bovendien hebben geprobeerd weg te moffelen. Consumenten worden voor de zoveelste keer opgezadeld met onzekerheden, terwijl de energietransitie juist ondersteuning verdient. Hieronder de punten die wij essentieel vinden om consumenten goed te beschermen in de nieuwe regeling:
Koppeling van terugleververgoeding aan de marktprijs: Zonder deze koppeling wordt de terugverdientijd veel te lang, richting 17 jaar in plaats van de gebruikelijke 7-9 jaar. Dit is onacceptabel voor consumenten die willen bijdragen aan de energietransitie.
ACM moet kunnen handhaven op redelijke terugleververgoedingen: De Autoriteit Consument & Markt kan nu niet handhaven omdat "redelijk" niet goed gedefinieerd is. Dit is een fundamentele lacune die opgelost moet worden.
Huursector wordt vergeten: De ‘split incentive’ tussen huurder en verhuurder maakt investeren in zonnepanelen al onaantrekkelijk. Met dit voorstel dreigt de terugverdientijd voor verhuurders zelfs langer te worden dan de levensduur van de installatie. Dit ontmoedigt verdere verduurzaming in de huursector.
Regulering van terugleverkosten: Bedrijven doen nu maar wat betreft terugleverkosten, waardoor consumenten met negatieve jaarafrekeningen kunnen komen te zitten. Energiecontracten worden bovendien onvergelijkbaar, wat de positie van consumenten verder verzwakt.
Zonnepanelen verliezen hun aantrekkelijkheid: Dit voorstel maakt de drempel voor consumenten veel te hoog en biedt te veel onzekerheden. De maatschappelijke voordelen van zonnepanelen worden totaal genegeerd ten gunste van een te nauwe focus op de energiemarkt.
Het is duidelijk dat dit kabinet met deze aanpak het belang van consumenten en de energietransitie niet serieus neemt. Wij hopen dat deze punten meegenomen worden in de discussie om dit scheve beleid recht te trekken."
D66
Hoe kijkt D66 naar dit nieuwe wetsvoorstel kijkt en vinden jullie dat consumenten in dit voorstel voldoende worden beschermd?
"D66 vindt het nieuwe wetsvoorstel voor het afschaffen van de salderingsregeling op meerdere punten problematisch. Het eerste punt is de abrupte einddatum per januari 2027. Consumenten én de technieksector zijn hiermee overvallen. Consequenties hiervan zijn gelijk merkbaar. We zien een dramatische terugval in de orders van zonnepanelen en dat is rampzalig voor de bedrijven die ze leveren en installeren. Het heeft ook pijnlijke gevolgen voor de energietransitie. Want onzekerheid in de sector gaat uiteindelijk weer zorgen voor hogere prijzen, en dat remt de transitie. Opvallend is ook dat deze maatregel in geen enkel verkiezingsprogramma stond.
Daar komt bij dat PVV en BBB het vorige voorstel, voor een geleidelijke en verstandige afbouw, begin dit jaar nog wegstemden in de Eerste Kamer omdat zij vonden dat de regeling in stand moest worden gehouden.
Het verdwijnen van de 80% terugleververgoeding vormt een tweede serieus probleem. Als de salderingsregeling afgebouwd wordt, is het belangrijk dat er duidelijkheid is over wat mensen krijgen voor de stroom die ze terugleveren aan het net.
Uit onderzoek blijkt dat mensen bereid zijn te investeren in zonnepanelen als ze deze binnen ongeveer 7 tot 9 jaar terugverdienen. Het oorspronkelijke plan van de regering ging ervan uit dat met een vergoeding van 80% van de energieprijs de terugverdientijd binnen deze periode zou blijven. Daarom hebben wij voorgesteld om die 80% te garanderen tot 2027 en daarna te evalueren of dat percentage aangepast moet worden.
Dat het kabinet nu besluit om dit niet wettelijk vast te leggen is zorgwekkend. Dit zorgt ervoor dat consumenten minder goed beschermd worden, en dat het financieel steeds minder aantrekkelijk wordt om zonnepanelen aan te schaffen."
Coalitiepartijen PVV en BBB zijn niet ingegaan op ons verzoek om een reactie.
Reactie van minister Hermans
In een schriftelijke reactie aan Radar benadrukt minister Sophie Hermans dat investeren in zonnepanelen nog steeds een verstandige keuze is. Ze verwijst naar onderzoeken die aantonen dat de terugverdientijd van zonnepanelen korter blijft dan hun levensduur. Volgens het wetsvoorstel worden consumenten voldoende beschermd door de garantie van een 'redelijke terugleververgoeding', waarop de ACM toezicht houdt.
Volledige schriftelijke reactie:
De ACM heeft eerder kritiek geuit op het wetsvoorstel, waarbij zij aangaven dat de term "redelijke terugleververgoeding" niet duidelijk is gedefinieerd en dat terugleverkosten voor consumenten nog steeds zouden kunnen blijven bestaan. Hoewel er enkele aanpassingen zijn gedaan naar aanleiding van de uitvoerbaarheidstoets van de ACM, zijn niet alle aanbevelingen overgenomen. Waarom is er niet voor gekozen om al deze punten over te nemen?
In het eerdere wetsvoorstel van minister Jetten was vastgelegd dat de redelijke terugleververgoeding minimaal 80% van het kale leveringstarief zou moeten zijn, en dat de terugverdientijd voor zonnepanelen tussen de 7 en 9 jaar zou moeten liggen. Waarom is ervoor gekozen om deze bepalingen niet in het huidige wetsvoorstel op te nemen?
Hoe kunnen consumenten zeker zijn dat hun investering na 2027 rendabel blijft?
“Investeren in zonnepanelen blijft een verstandige keuze. Uit onderzoeken blijkt dat de terugverdientijd nog steeds een stuk korter is dan de levensduur van de zonnepanelen (rond de 25 jaar). Onderzoek CE Delft en TNO: Feitenbasis aanpassing salderingsregeling zonne-energie - CE Delft. Onderzoek Berenschot: zie bijlage.
We hebben het redelijkheidscriterium opgenomen op basis van het eerste advies van de ACM (in artikel I, onderdeel C, van het wetsvoorstel). Met het overnemen hiervan wordt een duidelijke en handhaafbare invulling gegeven van een redelijke vergoeding voor de teruggeleverde zelfopgewekte elektriciteit.
In het wetsvoorstel is verder opgenomen dat de leverancier voor alle teruggeleverde elektriciteit na 2027 een redelijke vergoeding moet betalen. Voor de definitie van het begrip redelijke vergoeding is aangesloten bij de relevante Europese richtlijnen: een vergoeding die een afspiegeling is van de marktwaarde van de teruggeleverde elektriciteit. De ACM kan handhaven als de vergoeding voor teruggeleverde elektriciteit niet aan deze vereisten voldoet.”
De komende maanden buigt de Tweede Kamer zich over de wet. Volgens de planning wordt er in november 2024 over gestemd.