Ondanks PFAS eten velen nog hobby-eieren: ‘Weggooien voelt als verspilling’

Overgrote meerderheid eet hobbyeieren 

Het RIVM berekende voor verschillende locaties in Nederland hoeveel PFAS je binnen kunt krijgen via hobbyeieren. Wat bleek? Op 31 van de 60 onderzochte locaties krijg je als volwassene al ongezonde hoeveelheden PFAS binnen als je minder dan één ei per week eet. Ook op veel andere locaties zijn hoge concentraties PFAS in eieren gevonden. 

En omdat je niet aan de buitenkant van een ei kunt zien hoeveel PFAS erin zitten, gaf het RIVM het algemene advies om geen particuliere eieren meer te eten. Radar was benieuwd of er naar dit advies geluisterd wordt en zette de volgende vraag online: Wat doe je (sinds het advies van het RIVM) met de eieren van hobbykippen?

Op deze poll reageerden 3.434 mensen die wel eens hobby-eieren eten (al dan niet van eigen kippen). Een meerderheid geeft aan dat de eieren niet getest zijn (79 procent) of niet te weten of ze getest zijn (9 procent). Toch eet een overgrote meerderheid van 85 procent de eieren nog op. 

6 procent eet er minder van, 3 procent gooit ze weg en 2 procent laat ze testen. 4 procent heeft een andere bestemming voor de eieren. Zij maken er bijvoorbeeld kippenvoer van of vriezen ze in. 

‘Je kunt ook niks meer eten’

Redenen om de eieren toch te eten zijn onder meer het idee dat je niks meer kunt eten en een wantrouwen richting het RIVM, blijkt uit de toelichtingen. Zo laat een deelnemer weten: “Het RIVM weet een heleboel nog niet en moet nog een hoop uitzoeken.”

“Overal zit PFAS in. Als het aan het RIVM ligt, kunnen we niets meer eten”, vertelt een ander. “Elke drie jaar is er weer een andere reden tot paniek”, vult een deelnemer aan. 

Ook geven deze deelnemers aan dat ze, ondanks PFAS, liever particuliere eieren eten dan eieren uit de supermarkt. Iemand reageert: “Ik ga echt geen eieren kopen in de supermarkt als ik mijn eigen eieren thuis heb.” Een ander vertelt: “Ik heb liever meer PFAS dan eieren van kippen die geen daglicht zien.”

‘Weggooien voelt als verspilling’ 

Veel deelnemers die minder hobbyeieren eten, vinden het lastig wat ze met de eieren moeten doen. Ze geven aan dat testen te duur zijn, dus dat ze soms het risico wel nemen. “Ik vind het heel lastig”, laat iemand bijvoorbeeld weten. “Weggooien voelt als verspilling.” 

“Ik at voorheen wel acht eieren per week”, vertelt een ander. “Nu stapelen de eieren zich op in de koelkast. Ik wil ze wel laten testen, maar dat is stervensduur en ook maar een momentopname. Daarom eet ik toch maar een eitje af en toe.” 

Een laatste deelnemer laat weten: “Ik vind het erg lastig. Voor mezelf neem ik het risico wel, maar eventuele vruchtbaarheidsproblemen bij kinderen wil ik niet op mijn geweten hebben. Maar testen is veel te duur.” 

Geteste eieren worden opgegeten, ondanks uitslag

Deelnemers die hun eieren laten testen, willen vooral weten waar ze aan toe zijn. “Ik heb ze laten testen, omdat ik zekerheid wilde”, laat iemand bijvoorbeeld weten. “De test is alleen wel erg prijzig.”

“We hebben al te veel PFAS binnen gekregen. Ik wil niet nog meer binnenkrijgen”, vertelt een ander. Een derde vult aan: “Aan de hand van de uitslag van de test nemen we een beslissing of we de eieren blijven eten of niet.”

Toch geldt dit laatste niet voor iedereen. Zelfs als uit de test blijkt dat er te veel PFAS in de eieren zitten, geeft een meerderheid (53 procent) aan er net zo veel te eten. 22 procent eet er dan minder en 19 procent eet ze niet meer.  

Testen zijn duur

Deelnemers die hobbyeieren weggooien, nemen het zekere voor het onzekere, omdat ze het te duur vinden om de eieren te laten testen. Zo vertelt een deelnemer: “Ik durf ze niet meer te eten en vind de testen te duur.” 

“We wachten er op dat de testen goedkoper worden zodat we onze eieren kunnen testen. Het voelt vreemd om onze eitjes weg te gooien, ze zijn zo veel lekkerder dan die uit de winkel”, aldus een andere deelnemers.