Pinnen om onder de fooi uit te komen

fooi_horeca_628.jpg

Een derde van het Radar Testpanel voelt zich weleens ongemakkelijk door het fenomeen fooi. Hoeveel geef je, en wanneer? De antwoorden van 54.000 respondenten geven inzicht in de ongeschreven regels van de fooi in de Nederlandse horeca.

43 procent geeft meestal fooi in een restaurant of bar. 28 procent doet het soms, 15 procent altijd. De kleinste groep 5 procent, doet dit nooit. De meest genoemde reden om nooit fooi te geven, is dat het personeel in Nederland al genoeg verdient (31%). Daarnaast hebben sommigen geen geld om de horeca te bezoeken – laat staan fooi te geven.

"Als verpleegkundige heb ik in 40 jaar ook nooit fooi gehad"

Van degenen die wel fooi geven, doet een ruime helft (57%) dat alleen als de service goed is. 37 procent geeft alleen géén fooi als de service echt belabberd is. Ruim een kwart (26%) laat de aantrekkelijkheid van degene die bedient weleens meewegen.

Omdat het 'hoort'

Twee derde van de respondenten heeft het gevoel dat fooi geven 'hoort'. Voor ruim 1 op de 5 respondenten is dat ook de voornaamste reden om fooi te geven. Wie soms wel en soms geen fooi geeft, laat dit vooral na wanneer de prijzen al relatief hoog zijn (54%).

Hoeveel fooi?

De helft  van de respondenten geeft gemiddeld 6 tot 10 procent fooi. 44 procent geeft 1 tot 5 procent fooi. Afronden is de meest gebruikte manier om de hoogte te bepalen: 65 procent doet dat. 15 procent berekent een percentage. Nog eens 15 procent geeft fooi naargelang de inhoud van de portemonnee: deze groep legt wat kleingeld neer. Velen geven daarnaast aan een combinatie van deze methodes te gebruiken, of vaak een vast bedrag te geven. De grootste groep (41%) heeft geen maximumbedrag. Een derde heeft dat wel, met als meest genoemd bedrag 5 euro.

Stel: Je rondje op het terras kost 9,80 euro. De service was in orde. Je hebt verschillende biljetten en munten in je portemonnee zitten. Wat doe je? - 50 procent geeft 10 euro met wat kleingeld. 44 procent geeft 10 euro en zegt 'laat maar zitten'.

Een respondent: "Als ik zeg 'laat de rest maar zitten hoor' met mijn meest beleefde stem, dan voel ik mij toch schraal, want straks denkt des betreffende 'woow, twintig cent, wat een bad-ass ben jij zeg' of iets anders negatiefs."


Een respondent: "Als ik zeg 'laat de rest maar zitten hoor' met mijn meest beleefde stem, dan voel ik mij toch schraal, want straks denkt des betreffende 'woow, twintig cent, wat een bad-ass ben jij zeg' of iets anders negatiefs."

Pinnen – een handig smoesje tegen fooi

88 procent van de respondenten betaalt in de horeca weleens met pin (86%) of creditcard (17%). Een meerderheid, 56 procent, geeft bij het pinnen minder vaak fooi dan bij contant afrekenen.

Tussen de open antwoorden wordt veelal de zorg geuit dat een gepinde fooi niet op de juiste plek belandt. Anderen zien het juist als een "handig smoesje om geen fooi te hoeven geven". In het verlengde van 'het vergeten te zeggen', vinden sommigen het ook een onhandige situatie. Ze vinden het "vervelend om de hoogte van de fooi expliciet te noemen". Weer een ander meent dat "de horeca te dom is om een moment te creëren om mij fooi te laten geven als ik pin".

Liever geen fooiknop

Wie wel fooi geeft bij een pinbetaling, doet dit vooral via contanten (50%). 40 procent zegt het fooibedrag er meteen bij en pint het totaal. Een aantal mensen vraagt hoe het personeel de fooi graag ontvangt. Een aparte fooiknop op het pinapparaat, daar zitten de meesten (61%) niet op te wachten.

Fooi hoort verdeeld te worden over het hele bedrijf, vindt 77 procent van de respondenten. Een nog grotere meerderheid (80%) vindt het onwenselijk om salarissen in de dienstensector meer op fooi te baseren. Fooi moet een extraatje zijn, vinden de meesten. Anderen zijn bang voor "Amerikaanse toestanden met gespeelde vriendelijkheid om wat extra’s te vangen", en "boze reacties als je niet genoeg geeft". Bovendien, stellen sommigen, kun je je hypotheek niet baseren op een onzekere inkomstenbasis: zoveel fooi geven Nederlanders niet.

Ongemakkelijk

Zorgt het fenomeen 'fooi' er soms voor dat je je ongemakkelijk voelt? 57 procent antwoordt nee: je bent tenslotte vrij om wel of niet een bedrag naar eigen inzicht te geven. Een derde van de respondenten geeft aan dat dit wel eens het geval is. Al dan niet impliciet bedelende bediening kan dit gevoel veroorzaken, maar ook een slechte service; mensen vinden het bijvoorbeeld moeilijk om 'terecht' geen fooi te geven. Andere respondenten vinden het een vernederend gebruik.

"Het voelt soms een beetje beschamend om iemand wat kleingeld te geven".

Daarnaast zorgen het te geven bedrag, het moment van geven en het fooigedrag van de rest van het gezelschap voor twijfels.

"Als ik alleen 1 thee bestel vind ik het een beetje onzin om een fooi te geven maar voel mij ongemakkelijk om het niet te doen."

Een enkeling geeft aan dat het fenomeen fooi zelfs invloed heeft op de uitgaansplannen: "Ik ga liever naar zelfbediening toe", of: "Soms krijg je de indruk dat de bediening de fooi aan de lage kant vindt. In dat geval ga ik daar niet terug".

Ondanks de zorgen over de hoogte van de fooi, zit 89 procent niet te wachten op een fooisuggestie op de rekening. Tot slot zegt 26 procent zelf fooi bij te leggen wanneer degene die betaalt dit zelf niet doet.

Over dit onderzoek


Aan het onderzoek deden 53.798 leden van het Radar Testpanel mee. Het onderzoek vond plaats tussen 24 juli en 10 augustus 2015. De resultaten zijn gewogen op basis van verspreiding over het land, opleidingsniveau en geslacht.


Het Radar Testpanel bestaat uit ruim 90.000 mensen. Zij nemen deel aan online enquêtes. De resultaten uit deze onderzoeken worden gebruikt in het tv-programma Radar en/of voor nieuwsberichten op de website radartv.nl.


Over dit onderzoek

Aan het onderzoek deden 53.798 leden van het Radar Testpanel mee. Het onderzoek vond plaats tussen 24 juli en 10 augustus 2015. De resultaten zijn gewogen op basis van verspreiding over het land, opleidingsniveau en geslacht.

Het Radar Testpanel bestaat uit ruim 90.000 mensen. Zij nemen deel aan online enquêtes. De resultaten uit deze onderzoeken worden gebruikt in het tv-programma Radar en/of voor nieuwsberichten op de website radartv.nl.