Schippers doet onderzoek naar spermabanken

spermabank_800.jpg

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gaat onderzoek doen naar spermabanken. Er zal gekeken worden of de klinieken de dossiers op orde hebben. Aanleiding zijn grote misstanden bij een spermabank in Barendrecht die sinds 2009 gesloten is.

Dat maakte minister Edith Schippers van Volksgezondheid donderdag in een brief aan de Tweede Kamer bekend. De IGZ krijgt ook meer macht om toezicht te houden op spermabanken.

Onzekere matches

Uit onderzoek blijkt dat aan de donorgegevens van het Medisch Centrum Bijdorp in Barendrecht getwijfeld moet worden. 'Dit betekent dat het matchen van een donor aan een donorkind niet met zekerheid te doen is', aldus Schippers in de brief. Donorkinderen hebben echter sinds 2004 het recht om te weten wie hun vader is.

Informatieloket

De minister gaat kijken naar mogelijke juridische stappen tegen de oud-directeur van Bijdorp. Verder wil ze deze donorkinderen van deze kliniek zoveel mogelijk helpen. Er komt een informatieloket waar de kinderen met vragen terecht kunnen en ze wil met donoren en donorkinderen een DNA-bank opzetten in de hoop alsnog kinderen aan hun natuurlijke vader te koppelen. Maar de kansen dat dat lukt zijn niet groot, aldus Schippers.

Update 13:20 uur: Ook fouten bij andere spermabanken

De spermabank in Barendrecht is niet de enige instelling waar de dossiers misschien niet kloppen. Dat heeft de Stichting Donorkind vrijdag gezegd. De Inspectie voor de Gezondheidszorg gaat een onderzoek doen naar alle klinieken in Nederland. Aanleiding zijn grote misstanden bij een spermabank in Barendrecht die sinds 2009 dicht is. Door fouten in dossiers is het niet met zekerheid te zeggen welke donor vader is van welk kind.

Donorkind-voorzitter Ties van der Meer zegt dat hij 'signalen heeft dat ook bij andere spermabanken zaken niet kloppen'. Hij wil niet zeggen welke instellingen het zijn. Als voorbeeld noemt hij het geval van twee vrouwen, die in de jaren tachtig werden geboren dankzij dezelfde donorvader. Ze waren apart van elkaar opgegroeid in andere families. Vorig jaar ontdekten ze dat ze halfzussen van elkaar zijn. 'In hun dossiers stonden andere gegevens over de donor, terwijl met DNA is aangetoond dat ze wel degelijk dezelfde vader hebben.'

Van der Meer twijfelt vooral aan de informatie als het opleidingsniveau en de haarkleur van de donor, of de bloedgroep. 'Maar als dat niet klopt, kun je je afvragen wat er wel klopt. Staat in het dossier überhaupt wel de juiste vader?'

Vasthouden aan anonimiteit

Donorkinderen hebben sinds 2004 het recht om te weten wie hun vader is. Maar de informatie kunnen ze pas opvragen als ze zestien zijn. Dat kan dus op zijn vroegst over vijf jaar. Wie voor 2004 is geboren, moet afwachten of er überhaupt nog informatie bestaat. 'Sommige spermabanken hebben bewust dossiers vernietigd, zodat kinderen nooit in contact zouden kunnen komen met vaders. De klinieken houden heel erg vast aan anonimiteit.'

Van der Meer zegt dat er in elk geval in de jaren tachtig en negentig dossiers van spermadonoren fout zijn ingevuld. Hoe het tegenwoordig gaat, weet hij niet. 'Door alle anonimiteit zijn de gegevens niet te controleren, ook niet door een inspectie. Dat is de kern van het probleem. En een arts kan nooit aansprakelijk worden gesteld, want zijn fouten verjaren na twaalf jaar, terwijl ze pas na minstens zestien jaar aan het licht kunnen komen.'

Bron: ANP