Studies naar Souvenaid onder de maat

Het bewijs dat het medisch voedingsmiddel Souvenaid effect heeft bij patiënten met beginnende Alzheimer is twijfelachtig. Dat schrijft hoogleraar Martijn Katan dinsdag in een opiniestuk voor het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

Katan heeft de onderzoeksprotocollen van de drie studies naar Souvenaid opnieuw tegen het licht gehouden en concludeert dat bij twee van de studies is gewerkt met onduidelijke uitkomstmaten, waardoor de conclusies rooskleuriger konden worden voorgesteld. Een derde studie met negatieve resultaten werd bovendien niet gepubliceerd, wat volgens Katan riekt naar willekeur.

De meest recente studie naar Souvenaid laat volgens de onderzoekers een positief effect zien op het geheugen van de groep patiënten die het yoghurtdrankje gebruikten, ten opzichte van de groep op een placebo. Volgens Katan verwijst deze uitslag echter naar het verloop van de geheugenfunctie gedurende de drie maanden dat de test werd uitgevoerd en niet het verschil in geheugenfunctie aan het begin van de test en aan het einde, zoals de onderzoekers suggereren.

De hoogleraar zet vraagtekens bij het toezicht op medische voedingsmiddelen zoals Souvenaid, dat door fabrikant Nutricia wordt aangeprezen als een dieetproduct voor patiënten met beginnende Alzheimer. Medische voedingsmiddelen hebben doorgaans als enige werking dat ze ondervoede patiënten kunnen voorzien van de broodnodige calorieën. Het toezicht valt daarom onder de Voedsel- en Warenautoriteit, dat minder streng kijkt naar medische claims. Fabrikanten hebben volgens Katan daardoor de ruimte om meer te suggereren dan ze kunnen waarmaken.

De twee bekritiseerde studies zijn uitgevoerd in samenwerking met het VU Alzheimer Centrum, maar betaald door Nutricia dat bovendien een grote sponsor is van het centrum. Onderzoeksleider en directeur van het Alzheimer-centrum, prof. dr. Philip Scheltens, liet in de Radar-uitzending over Souvenaid weten de discussie alleen in de wetenschappelijke literatuur te willen voeren. Hij heeft niet gereageerd op het stuk in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde.

© TROS Radar