Waarom wordt alles duurder en wat is de invloed van gas?

infaltie_juni131231.jpg

Om ons heen zien we alles duurder worden: van benzine tot kaasbroodjes. Maar hoe ontstaan deze prijsstijgingen en wat zijn de gevolgen?

Radar sprak met Jan-Paul van de Kerke, econoom bij ANB-AMRO.

Prijsstijging = inflatie

‘Wanneer we het hebben over prijzen die omhoog gaan - zonder dat de hoeveelheid toeneemt - spreken we van inflatie’, legt Van de Kerke uit. ‘Dat wordt ieder jaar berekend aan de hand van een mandje goederen. Hoeveel is dat na een jaar gestegen? Gemiddeld willen we dat deze stijging zo’n twee procent is, maar nu stijgt het een stuk sneller. De schatting is dat het over 2022 rond de acht procent uitkomt.’

Gas heeft een grote invloed

De hogere prijzen van gas hebben een grote invloed op prijsstijgingen. Van de Kerke: ‘Eigenlijk werkt dat op twee manieren. Ten eerste merken huishoudens het direct aan de energierekening, die is hoger.’

‘Maar’, zo stelt Van de Kerke, ‘er is ook een zogeheten ‘tweederonde-effect’. Ondernemers krijgen vanwege het duurdere gas te maken hogere prijzen in bijvoorbeeld productie, vervoer of de kantoren die verlicht moeten worden. Dat wordt uiteindelijk doorberekend in de prijs naar de consument, waardoor prijsstijgingen onvermijdelijk zijn.’

Nederland een echt gasland

Maar hoe komt het dat sommige landen om ons heen een lager inflatiepercentage hebben? ‘Dat is een complex vraagstuk, dat niet eenduidig te beantwoorden is’, legt Van de Kerke uit. ‘Een deel van de verklaring ligt in het feit dat Nederland van oudsher gewend is zelf gas te winnen.’

‘Om die reden is het gebruik van gas ook relatief hoog ten opzichte van de meeste buurlanden. Als de prijzen dan stijgen, maar het verbruik neemt niet af, dan heeft kan dat er in ons land een hogere inflatie plaatsvindt.’

Verminderde koopkracht

Hoewel de inflatie stijgt, lijken de lonen niet hetzelfde tempo te volgen. ‘De lonen trekken aan en gaan ook wel omhoog, alleen niet met hetzelfde percentage. De verwachte stijging van drie procent staat niet in verhouding tot de acht procent inflatie.’

En het gevolg? ‘Als je de loonstijging en inflatie van elkaar aftrekt, is de uitkomst daarvan het verschil in koopkracht. In dit geval is dat dus negatief, waardoor de koopkracht gemiddeld daalt ten opzichte van het jaar ervoor’, zo sluit Van de Kerke af.