Hoe houd je de wasmachine vrij van vieze luchtjes?

Komt er een muffe lucht uit je wasmachine? Ruikt je was ook niet meer zo fris en fruitig – hoeveel wasmiddel je er ook in gooit? Grote kans dat je machine vervuild is. Zeepresten, vuil en bacteriën hopen zich langzaam op en maken je wasmachine ook nog eens gevoeliger voor storingen. Tijd om de boel eens goed onder handen te nemen. En met een paar kleine nieuwe gewoontes, blijft je machine ook in de toekomst fris. In dit artikel lees je stap voor stap hoe je dat aanpakt.
Waarom is schoonhouden zo belangrijk?
Na elke wasbeurt blijven er resten achter in de leidingen, het filter en zelfs rond het verwarmingselement. Die hopen zich op en maken het je machine steeds moeilijker om goed z’n werk te doen. Je merkt dat aan langere programma’s, een hoger energieverbruik en een groter risico op storingen.
Door af en toe een schoonmaakbeurt in te plannen, blijft je wasmachine soepel draaien. Goed voor je energierekening én uiteraard het milieu.
Vetluis, brrr
“Die kleverige, grijzige smurrie van huidvet, haar, zeepresten en vuil die zich ophopen noemen we vetluis”, vertelt Joyce Donat van de Consumentenbond. Je vindt het in de rubberen rand rondom de trommel, in het het filter, in het zeepbakje en zelfs in de slangen van de wasmachine. “Zeker als je te vaak op lage temperatuur wast of te veel wasmiddel gebruikt, krijgt deze vieze smurrie vrij spel.”
Het 7-stappen schoonmaakplan
Gelukkig is er iets aan te doen. Maak je wasmachine schoon met dit 7-stappen schoonmaakplan:
1. Draai regelmatig een heet wasprogramma
Eén keer per maand een lege was draaien op 60 graden of hoger helpt in de strijd tegen vetluis en bacteriën. Een beetje waspoeder voor de witte was erbij zorgt voor extra geschut.
Als je ook nog een oude handdoek in de trommel gooit, dan helpt dit om vuilresten los te schuren. Vermijd hierbij bij het eco-programma; dat is vaak te kort of te koud voor een schoonmaakbeurt.
2. Zet ‘extra spoelen’ aan
Veel wasmachines hebben de optie extra spoelen. Daarmee spoelt de machine aan het einde van het programma nog een keer extra met schoon water. Dat helpt om wasmiddelresten en vuil beter weg te spoelen – goed voor je kleding én voor je machine.
3. Reinig het wasmiddelbakje
Het wasmiddelbakje is een Walhalla voor schimmel en zeepresten. “Veel mensen denken dat het bakje vastzit, maar met een beetje wiebelen trek je het vaak zo los”, vertelt Donat.
“Juist achterin hoopt vuil zich op. Spoel de lade af onder de kraan en maak ook de uitsparing in de machine schoon. Daarna alles goed afdrogen, anders is het zo weer feest voor de schimmels.”
4. Maak het rubber van de deur schoon
Een andere vuilmagneet is de ronde rubberen rand om de deur van de trommel. Hier blijven vaak haren, vuil en vocht achter. Trek het rubber voorzichtig naar voren en veeg alles weg. Maak het daarna goed schoon met een sopje of wat verdunde azijn. Droog het daarna goed af zodat de plek onaantrekkelijk blijft voor schimmels.
5. Maak het filter schoon
Het filter zit meestal onderaan de voorkant van je wasmachine. Soms zit het verstopt achter een frontpaneeltje dat je met beleid moet lospeuteren. Zet de machine uit, trek de stekker los en leg een handdoek of een lage bak onder het klepje.
Vervolgens draai je het filter open en laat je het water eruit lopen. Soms komen daar ineens die verloren knopen of verdwenen muntjes boven water. Tot slot verwijder je de vuilresten uit het filter en spoel je het schoon onder de kraan. Daarna draai je het filter weer stevig terug in de machine.
6. Niet te weinig, maar ook niet te veel, wasmiddel
Hou in de gaten hoeveel wasmiddel je gebruikt. Met te weinig wordt je was niet goed schoon. Maar overdrijven helpt ook niet: bij te veel wasmiddel hoopt het zich op in de machine en dat kan leiden tot schuimvorming en nare geurtjes (denk: vetluis) in de machine.
Slim doseren: dit kun je doen
De meeste wasmiddelen geven op de verpakking aan hoeveel je nodig hebt. Let daarbij op drie dingen: hoeveel was je in de trommel stopt, hoe vies die was is en hoe hard het water is in jouw regio (dat kun je vinden op waterhardheid.nl). Bij een halfvolle trommel hoort ook een halve dosering. Twijfel je? Gebruik dan een doseerbol of meetdop – of kies voor een machine met automatische dosering.
7. Laat de machine ‘ademen’
Na de was? Laat de deur open. En het bakje ook. Zo kan alles doorluchten en het vocht verdampen. Ook hiermee voorkom je nieuwe vorming van schimmels.
Voorkomen is beter dan schoonmaken
Sommige wasmachines hebben een speciaal hygiëne- of trommelreinigingsprogramma. “Dat is bedoeld om de machine zelf goed door te spoelen, meestal op hoge temperatuur en zonder was”, zegt Donat. “Ideaal tegen vetluis en bacteriën. Check de handleiding om te zien of jouw machine zo’n programma heeft.”
Tot slot; met deze gewoontes houd je je machine nog langer schoon:
- Controleer af en toe de watertoevoerslang op slijtage of verstoppingen.
- Overweeg een speciale wasmachinereiniger te gebruiken om ook de lastig bereikbare plekken schoon te houden.