Hoe kies je de juiste brandblusser?

brandblusser_handvat_780.jpg

Een beginnende brand in je huis of op je werkplek kun je vaak zelf blussen. Maar hoe weet je of je het juiste blusmiddel hebt?

Een brand ontstaat vrijwel altijd onverwacht. Het is dan ook goed om vooraf al na te denken over wat je in zo'n geval moet doen, en om maatregelen te treffen. Een daarvan is zorgen voor de juiste blusmiddelen.

Testpanel: 45% heeft geen brandblusser in huis

Nog lang niet iedereen heeft dat, zo blijkt uit een recente poll onder ons Testpanel. 'Heb jij thuis een brandblusser?', vroegen we onze panelleden. Ruim de helft, namelijk 55%, van de pollrespondenten antwoordde bevestigend. 45% heeft zo'n apparaat thuis niet.

Dat is jammer, want met een brandblusser kun je (beginnende) brandjes in de kiem smoren en zo een hoop lichamelijke en materiële schade voorkomen.

Veiligheid is het allerbelangrijkst

Let op: veiligheid is het allerbelangrijkst. Blus dus alleen zolang je zonder moeite en gevaar weg kunt komen. Probeer ook te voorkomen dat je rook inademt. Meer tips vind je onderaan dit artikel.

Vijf brandklassen

Welk blusmiddel je nodig hebt, hangt af van wat er in brand staat. Zo moet je een vetbrand (bijvoorbeeld in een frituurpan) nooit met water bestrijden. Verder zijn er grote verschillen in toepasbaarheid en in effectiviteit van brandblussers, en levert het ene middel meer nevenschade op dan het andere.

Om aan te geven welke blusser voor welk soort brand geschikt is, is een lettersysteem in het leven geroepen. De letters A, B, C, D en F staan daarin voor verschillende brandklassen.

  • A: vastestoffenbrandBijvoorbeeld: hout, papier, meubels, gordijnen
  • B: vloeibarestoffenbrandBijvoorbeeld: benzine, dieselolie, aceton. Let op: plastic valt hier ook onder, aangezien dit bij hoge temperaturen smelt en vloeibaar wordt.
  • C: gasbrandBijvoorbeeld: propaan, LPG, aardgas Let op: de beste manier om een gasbrand te blussen is de bron weg te nemen, dus door de gaskraan dicht te draaien.
  • D: metaalbrandBijvoorbeeld: aluminium, magnesium
  • E: bestaat niet*
  • F: vetbrandBijvoorbeeld: bakolie, frituurvet

Bijvoorbeeld: hout, papier, meubels, gordijnen

Bijvoorbeeld: benzine, dieselolie, aceton.

Let op: plastic valt hier ook onder, aangezien dit bij hoge temperaturen smelt en vloeibaar wordt.

Bijvoorbeeld: propaan, LPG, aardgas

Let op: de beste manier om een gasbrand te blussen is de bron weg te nemen, dus door de gaskraan dicht te draaien.

Bijvoorbeeld: aluminium, magnesium

Bijvoorbeeld: bakolie, frituurvet

(*: Brandklasse E (elektriciteitsbrand) is in Nederland vervallen. Elektriciteit brandt immers zelf niet, ze kan enkel de oorzaak van een brand zijn - denk aan kortsluiting.)

Verschillende branden, verschillende blussers

Bovenstaande letters vind je terug op brandblussers. Zo kun je aan de letter(s) zien wat voor brand(en) je ermee kunt blussen.

  • SproeischuimblusserGeschikt voor brandklasse: A, B Blussers met (sproei)schuim bevatten een soort zeepsop. Hiermee kun je kleine brandjes van vaste en vloeibare stoffen blussen, zowel thuis als op vakantie. - weinig nevenschade - langere blusduur dan poederblussers
  • PoederblusserGeschikt voor brandklasse: A, B, C Poederblussers kun je gebruiken voor het bestrijden van de meeste branden in woningen, maar ook in auto's of caravans. - relatief goedkope blussers - het poeder kan gaan klonteren. Daarom is het goed om de blusser af en toe van zijn plek te halen en even op zijn kop te houden - het poeder veroorzaakt veel schade aan elektronische apparatuur - het poeder is moeilijk op te ruimen. Gebruik hiervoor indien mogelijk een industriële stofzuiger, en vooral geen water
  • KooldioxideblusserGeschikt voor brandklasse: B CO2-blussers kunt je gebruiken voor elektriciteitsbranden. Behalve de letteraanduidingen op de zijkant kun je ze herkennen aan de zwarte koker aan het einde van de slang. - minder geschikt voor huis-, tuin- en keukengebruik, omdat je er wel goed mee om moet kunnen gaan - risico op derdegraads brandwonden door bevriezing: de koker wordt zeer koud (-80°C). Pak die dus niet direct beet maar gebruik altijd het handvat - laat geen reststoffen achter (en daarom geschikt voor het blussen van elektrische apparatuur) - CO2 verdrijft zuurstof. Daardoor zorg de blusser vooral in een kleine ruimte voor verstikkingsgevaar
  • VetblusserGeschikt voor brandklasse: A, F Brand in een frituurpan kun je het beste te lijf gaan met een vetblusser. Daarom is deze variant vooral geschikt voor in (horeca)keukens.

Geschikt voor brandklasse: A, B

Blussers met (sproei)schuim bevatten een soort zeepsop. Hiermee kun je kleine brandjes van vaste en vloeibare stoffen blussen, zowel thuis als op vakantie.

- weinig nevenschade

- langere blusduur dan poederblussers

Geschikt voor brandklasse: A, B, C

Poederblussers kun je gebruiken voor het bestrijden van de meeste branden in woningen, maar ook in auto's of caravans.

- relatief goedkope blussers

- het poeder kan gaan klonteren. Daarom is het goed om de blusser af en toe van zijn plek te halen en even op zijn kop te houden

- het poeder veroorzaakt veel schade aan elektronische apparatuur

- het poeder is moeilijk op te ruimen. Gebruik hiervoor indien mogelijk een industriële stofzuiger, en vooral geen water

Geschikt voor brandklasse: B

CO2-blussers kunt je gebruiken voor elektriciteitsbranden. Behalve de letteraanduidingen op de zijkant kun je ze herkennen aan de zwarte koker aan het einde van de slang.

- minder geschikt voor huis-, tuin- en keukengebruik, omdat je er wel goed mee om moet kunnen gaan

- risico op derdegraads brandwonden door bevriezing: de koker wordt zeer koud (-80°C). Pak die dus niet direct beet maar gebruik altijd het handvat

- laat geen reststoffen achter (en daarom geschikt voor het blussen van elektrische apparatuur)

- CO2 verdrijft zuurstof. Daardoor zorg de blusser vooral in een kleine ruimte voor verstikkingsgevaar

Geschikt voor brandklasse: A, F

Brand in een frituurpan kun je het beste te lijf gaan met een vetblusser. Daarom is deze variant vooral geschikt voor in (horeca)keukens.

Blussers zijn er niet alleen in verschillende soorten maar ook in verschillende maten. De kleinste varianten raadt de brandweer echter af. Kies altijd voor een inhoud van minimaal twee kilogram, zo valt te lezen op www.brandweer.nl. Een kleinere blusser is te snel leeg.

Naast bovengenoemde blussers zijn er ook blusdekens.

  • BlusdekenEen blusdeken kun je gebruiken bij brandende computerschermen of tv's en kleine branden in bijvoorbeeld asbak, prullenbak of barbecue - ruwweg: brandjes tot de grote van een voetbal. Ook kan deze van pas komen bij een vlam in de pan, maar let op: gebruik de blusdeken niet bij olie- of vetbranden! Een deksel op de pan doen is dan de betere oplossing. Tot slot is de blusdeken geschikt voor het doven van brandende kleding.

Een blusdeken kun je gebruiken bij brandende computerschermen of tv's en kleine branden in bijvoorbeeld asbak, prullenbak of barbecue - ruwweg: brandjes tot de grote van een voetbal. Ook kan deze van pas komen bij een vlam in de pan, maar let op: gebruik de blusdeken niet bij olie- of vetbranden! Een deksel op de pan doen is dan de betere oplossing. Tot slot is de blusdeken geschikt voor het doven van brandende kleding.

Ga dus na op welke plekken in huis je een brandblusser wilt hebben, en bedenk welke materialen je wilt kunnen blussen. Zoals je kunt zien zijn diverse blussers geschikt voor meerdere brandklassen. Nevenschade en gebruiksgemak zijn ook zeker factoren die je kunt laten meewegen in je keuze. Als je er niet uitkomt, kun je uiteraard ook advies inwinnen bij de brandweer en / of de leverancier.

Aanvullende tips

  • Check of de blusser nog verzegeld is. Zo weet je zeker dat die gebruiksklaar is (gecontroleerd en gevuld)
  • Kijk of de blusser een keurmerk heeft van het Ministerie van BZK
  • Laat de blusser regelmatig controleren door de leverancier
  • Laat de blusser na gebruik bijvullen, ook als hij niet helemaal leeg is. Zo weet je zeker dat er een volgende keer nog genoeg in zit
  • Je kunt met een brandblusser niet zo lang blussen. Nader de brandhaard daarom zo dicht mogelijk.
  • Spuit steeds met korte 'stoten', in plaats van aan een stuk door, anders is de bus snel leeg.
  • Spuit niet in het wilde weg en mik ook niet op de vlammen, maar op het materiaal dat in brand staat.
  • Blus nooit tegen de wind in
  • Wees bedacht op herontsteking
  • Hang de blusser niet terug, maar laat hem zo snel mogelijk laten hervullen