Je kinderen volgen via apps: mag dat of hebben zij recht op privacy?

KindGPS.jpg

Er zijn online tal van manieren om je kinderen in de gaten te houden. Zo kun je hun locatie volgen via gps-horloges en via allerlei apps hun online gedrag observeren. Mag dat zomaar?

Een op de drie ouders volgt hun kinderen

De locatie van je kind in de gaten houden via een gps-horloge: in 2019 berichtte Radar al dat 35 procent van de ouders dit doet. In de tussentijd zijn er talloze apps bij gekomen om ook de berichtjes en schermtijd van je kroost in te zien. Radar zoekt uit of je hiermee de privacy van je kind schendt.  

Kinderen hebben recht op privacy

“Je kinderen hebben recht op privacy”, vertelt Mathieu Paapst, universitair docent IT en Privacyrecht aan de Universiteit Groningen. “Dus ook ten opzichte van hun ouders.” 

Toch betekent het volgens Paapst niet dat ouders hun kroost niet mogen volgen via zulke apps. Dat ligt iets genuanceerder. Ouders hebben namelijk ook zorgplicht en opvoedplicht richting hun kinderen. “Als je daar apps voor gebruikt waarmee je je kinderen kunt volgen, kan dat botsen met hun recht op privacy. Maar dat is niet verder uitgeschreven in de wet. Vandaar dat het niet volledig zwart-wit is.” 

Discussie ontstaat bij pubers

Het is dus een discussie wat zwaarder weegt: jouw opvoedplicht of het privacyrecht van je kind. Dit dilemma begint vanaf een jaartje of twaalf. “Bij kinderen tussen zes en elf kun je iets eerder stellen dat de verplichting van ouders om voor hun kinderen te zorgen zwaarder weegt dan het recht op privacy van de kinderen”, vertelt Paapst. “Bij kinderen ouder dan twaalf speelt steeds sterker het idee dat je niet bespioneerd mag worden. Ook niet door je ouders.”

Zestienjarigen niet meer volgen

Hoewel het niet vastligt in de wet, is het volgens Paapst echt niet meer oké om kinderen van zestien jaar of ouder te volgen. “Het ligt natuurlijk ook heel erg aan de situatie en aan het gedrag en de persoonlijkheid van je kind”, legt hij uit. “Maar vanaf hun zestiende hebben kinderenin Nederland meer vrijheden en verantwoordelijkheden.” Dan moet je er toch op kunnen vertrouwen dat ze ook op eigen benen kunnen staan. 

Bronnen: Mathieu Paapst