Kleding van onder andere Nike en Tommy Hilfiger wordt nog steeds gemaakt door Oeigoerse dwangarbeiders
De Nederlandse bedrijven C&A, Tommy Hilfiger, Nike en Calvin Klein importeren en verkopen nog altijd kleding die gemaakt is door dwangarbeiders in Chinese concentratiekampen. Dat blijkt uit data van commerciële zendingen die het Nederlands Dagblad heeft ingezien.
Koploper is Nike Europa, met haar hoofdkantoor in Hilversum. Tussen januari 2021 en maart 2022 kwam maar liefst 97 procent van haar katoenleveringen van fabrieken waar volgens rapporten en internationale waarnemers dwangarbeid wordt verricht. Bij Tommy Hilfiger kwam meer dan de helft van de zendingen uit Chinese kampen, en bij Calvin Klein een derde. Beide zijn met hun hoofdkantoor gevestigd in Amsterdam.
Bij het Nederlandse bedrijf C&A ging het om kleinere aantallen. Vijf procent van het aantal leveringen aan Duitsland en Nederland komt van fabrieken die verdacht worden van dwangarbeid, meldt het Nederlands Dagblad.
Onderdrukking en gevangenneming minderheden
Uit internationale onderzoeken en talloze slachtofferverklaringen bleek al eerder sprake van onderdrukking en gevangenneming in heropvoedingskampen van etnische minderheden in China. Een bekend voorbeeld van zo’n minderheid is de islamitische Oeigoerse gemeenschap.
‘Het is mogelijk om te achterhalen waar de kleding vandaan komt. Je moet er als bedrijf alleen wat energie in steken- Miriam Saage, European Center for Constitutional and Human Rights
De genoemde Nederlandse modeketens menen geen kleding te verkopen gemaakt door Oeigoerse dwangarbeiders. Het tegendeel is echter waar, meent Miriam Saage van het European Center for Constitutional and Human Rights (ECCHR). 'In de lijst met zendingen is te zien dat zij wél kleding afnemen die gemaakt is in de Oeigoerse regio.' Met het import- en export systeem Panjiva maakte ECCHR inzichtelijk waar leveringen precies vandaan komen.
Grote kledingmerken zeggen dat ze met een tussenleverancier zaken doen en daardoor moeilijk kunnen achterhalen door wie de kleding wordt gemaakt. Ook dit wordt ontkracht door Saage: 'Het is mogelijk om te achterhalen waar de kleding vandaan komt. Daar moet je als bedrijf wat energie in steken, maar de informatie is beschikbaar.'
In eerder verschenen internationale rapporten is precies te zien welke Chinese leveranciers katoen en kleding verkopen uit de beruchte fabrieken en gevangenissen.
Wat kun je zelf doen als consument?
Voor grote bedrijven valt er dus nog zeker wat te doen, maar wat kun je zelf doen? Volgens Ching-Yin Yeung van de Clean Clothes Campaign in Hongkong is het enige wat je kunt doen 'aandringen bij winkels en bedrijven dat je inzicht wilt in hun maakproces.' Kleding uit China volledig boycotten heeft weinig nut, aangezien China ook veel grondstoffen naar productielanden zoals Vietnam exporteert. 'Dan is het katoen alsnog geplukt, geverfd of bewerkt door dwangarbeiders in Xingjiang, maar staat er in het label 'made in Vietnam'.'
'Conscious' of 'cares' op een label
Steeds meer bekende kledingmerken brengen speciale 'duurzaamheidslijnen' uit. Onder de noemer 'conscious' of 'cares' menen ze groenere, kwalitatief betere of eerlijker geproduceerde kleding te verkopen. Radar ging met een verborgen camera op pad om uit te zoeken hoe gegrond dit soort duurzaamheidsclaims zijn.
Bron: Nederlands Dagblad