KLM voor rechter gesleept door de Consumentenbond

ANP-447815957.jpg

In 2021 ging reisorganisatie D-reizen failliet. Hoewel onder dezelfde naam een doorstart werd gemaakt, zijn veel mensen de dupe geworden van het bankroet van D-reizen. De Consumentenbond is van mening dat nog honderden klanten van D-reizen geld tegoed hebben van KLM. Daarover is de Consumentenbond een rechtszaak gestart.

Het gaat om reizigers die een vakantie hadden geboekt bij D-reizen, maar van wie de KLM-vlucht werd geannuleerd. De tegemoetkoming die deze vakantiegangers zouden krijgen van KLM heeft de luchtvaartmaatschappij overgemaakt naar D-reizen. Alleen heeft D-reizen dat geld nooit doorgestort naar de klant. 

De Consumentenbond hamert erop dat de passagiers nog altijd recht hebben op terugbetaling door de luchtvaartmaatschappij. Dit blijkt volgens de organisatie ook al uit een uitspraak bij de rechtbank in Amsterdam. Die besliste afgelopen zomer dat KLM met geld over de brug moest komen. Maar KLM weigert. De maatschappij heeft eerder gezegd het ticketgeld aan D-reizen te hebben terugbetaald en daarmee aan zijn verplichtingen te hebben voldaan.

Consumentenbond kondigde gang naar rechter al eerder aan

'Deze rechtszaak komt niet uit de lucht vallen', stelt Consumentenbond-directeur Sandra Molenaar in een toelichting. In juni werd al bekend dat de Consumentenbond een gedupeerde van KLM wilde gaan bijstaan om het geld via de rechter terug te vorderen. Nu is daadwerkelijk de dagvaarding verstuurd. Als de rechter de bond in het gelijk stelt kunnen andere gedupeerden ook hun gelijk halen, is het idee.

KLM: 'Geen uitspraak over individuele gevallen'

KLM heeft de Consumentenbond laten weten in verweer te gaan. Volgens een woordvoerster van KLM heeft de maatschappij D-Reizen al maanden voor het faillissement terugbetaald. Vandaar dat het bedrijf in dit geval niet opnieuw de portemonnee wil trekken. Ze wijst er ook op dat KLM in verband met de kwestie in hoger beroep gaat tegen de eerdere uitspraak van de kantonrechter. 'Hangende dat beroep doen wij geen uitspraken over individuele gevallen, zoals in de zaak van de Consumentenbond.'