'Nederlander hecht weinig belang aan oogverzorging'

De gemiddelde Nederlander maakt weinig tijd vrij voor oogverzorging. In Nederland gaat 65 procent van de burgers nooit naar de oogarts, terwijl het Europese gemiddelde op 38 procent ligt. Dat blijkt uit een onderzoek naar oogverzorging in Europa door internationaal onderzoeksbureau IPSOS.

Ook wat betreft de oogverzorging bij kinderen vormt Nederland een grote uitzondering binnen Europa. Veel ouders (78 procent) gaan nooit met hun kroost naar een oogspecialist, waar gemiddeld maar de helft van de ouders in andere onderzochte Europese landen dat nooit doet. Het percentage kinderen met een bril of lenzen ligt in Nederland met 22 procent echter ver onder het Europese gemiddelde van 36 procent.

In alle van de zeven onderzochte Europese landen werkten duizend personen van achttien jaar en ouder aan het onderzoek mee. Van de volwassen Nederlandse ondervraagden draagt bijna tweederde een bril of contactlenzen. Maar brildragers hoeven zich in Nederland niet te schamen, want volgens 68 procent geeft een bril een serieuze uitstraling en 59 procent vindt een bril zelfs hip.

Een grote meerderheid van de Nederlanders ziet een eventueel verlies van het gezichtsvermogen, veelgenoemd als belangrijkste zintuig, als een grote angst. Toch gaat 85 procent van de Nederlanders pas naar de oogarts wanneer ze al last van oogklachten hebben. Gemiddeld laat 37 procent van de Europeanen hun ogen pas bij concrete klachten onderzoeken.

Bijna driekwart van de Nederlanders denkt dat vooral UV-straling schadelijk is voor de ogen. Maar een vergelijkbaar deel gelooft dat het schadelijke effect van de zon in de zomer groter is. Bovendien denken velen dat UV-straling eerder blijvende schade aan de huid dan aan de ogen veroorzaakt.

Vrijwel alle ondervraagden zeggen een hekel te hebben aan zonschittering die klachten als hoofdpijn en vermoeide ogen kan veroorzaken. Andere veelgenoemde veroorzakers van oogproblemen zijn slechte voeding en dichtbij de televisie zitten. Nederlanders hebben vooral aan het einde van de dag en tijdens het autorijden last van hun ogen. Maar toch denkt 70 procent dat de oogklachten van tijdelijke aard zijn.

Ruim driekwart van de Nederlanders vindt het eten van wortels het belangrijkst voor het op peil houden van het gezichtsvermogen. Ook vis, spinazie en olijfolie worden als belangrijk 'oogvoedsel' beschouwd. Maar toch zegt 40 procent niet te weten welke voedingsstoffen en vitaminen helpen om alles scherp te kunnen blijven zien.

Bron: ANP