Reactie Eneco, Essent en Vattenfall op terugleververgoeding

Naar aanleiding van de uitzending van 24 oktober waarin aandacht wordt besteed aan salderen, legde Radar vragen voor aan Eneco, Essen en Vattenfall over de terugleververgoeding die wordt geboden. Zo verlaagde Eneco de terugleververgoeding van 56 cent naar 9 cent. De energiemaatschappijen geven schriftelijk reactie.
Eneco
'Wij kiezen nu voor een terugleververgoeding die is gebaseerd op de waarde van de teruggeleverde energie op de markt. Daarbij houden we er ook rekening mee dat er steeds meer duurzame opwek gaat plaatsvinden en er dus steeds meer aanbod komt (en de waarde op momenten dat er veel zon is mogelijk naar beneden gaat).
Wij kenden geen vaste terugleververgoeding van 56 cent. De terugleververgoeding was gekoppeld aan het tarief dat klanten zelf betaalden. Voor klanten met een variabel contract was dat afhankelijk van het tarief dat zij op een bepaald moment betalen. Dat kan per klant verschillen, omdat wij iedere maand een groep klanten hebben die een nieuw tarief ontvangt. Voor klanten met een vast contract gold het stroomtarief waarvoor het contract was afgesloten. Met onze eerdere terugleververgoeding hoorden wij tot de energiebedrijven met de hoogste vergoeding. Met de aanpassing naar 9 cent kiezen we voor een tarief dat marktconform is en in principe voor al onze klanten gelijk.
Het is van belang dat de leverancier dit zelf kan bepalen op basis van een gezonde marktwerking, (zeker wanneer op termijn de salderingsregeling wordt afgebouwd). Door de prijzen vast te zetten op tachtig procent van het kale consumententarief, ga je voorbij aan de prijs van stroom op de dagmarkt. Dat is wel het tarief dat het energiebedrijf terugkrijgt op de stroom afkomstig van de zonnepanelen. Maar de stroom waarop consumententarieven worden gebaseerd, wordt gekocht op de langere termijn markten. De stroom wordt dus verhandeld op twee verschillende markten. Op de langere termijn markt wordt bijvoorbeeld ook rekening gehouden met periodes waarin er geen zon of windenergie is en we terugvallen op stroom opgewekt met gascentrales. De prijzen van de twee markten kun je niet zomaar met elkaar vergelijken of aan elkaar koppelen.
Een overschot aan duurzame energie is er op momenten van de dag dat de vraag in de regel niet het hoogst is. Dit is ook het geval met zonnepanelen. Die leveren overdag tijdens zonuren, terwijl het piekverbruik qua energie van huishoudens vaak in de ochtend en avond ligt. De prijs van energie op de dagmarkt past zich aan op vraag en aanbod, dus de prijzen tijdens de daguren liggen lager. De zonne-energie is tijdens de daguren immers minder waard. Hier heeft Eneco mee te maken bij het verhandelen van de beschikbare energie op de markt.
Om te zorgen dat we op ieder moment (zomer en winter, zonnig of niet zonnig) kunnen beschikken over voldoende energie, liggen de marktprijzen op de langere termijn markten hoger. En daar heeft de gasprijs ook invloed op, want ondanks de inzet van zon- en windenergie hebben we ook nog steeds gascentrales nodig om aan de vraag te kunnen voldoen. De gasprijs heeft daarom een prijsopdrijvend effect op de lange termijn markt, waardoor wij nog steeds te maken hebben met hoge consumentenprijzen.'
Essent
'Slechts een kleine groep mensen levert stroom terug, d.w.z. zij wekken meer op dan zij gebruiken. Op dagen dat het mooi weer is, is de prijs van stroom ook laag, omdat er veel aanbod is. Er is geen stroomvoorraad, het overschot wordt dezelfde dag in de markt afgerekend tegen de geldende prijs. Bij een productieoverschot is die prijs laag, of zelfs nihil. Dat wordt bepaald door aanbod en vraag. De terug geleverde energie kan niet anders dan doorverkocht worden op datzelfde moment – tegen eenzelfde, marginale prijs. Of nihil.
Dat zit zo: er is nog geen voldoende opslag mogelijk voor elektriciteit. Daarin verschilt de elektriciteitsmarkt van bijv. gas. Het zou mooi zijn als de stroom die wordt opgewekt op de dagen dat er veel zon is, kan worden opgeslagen voor momenten dat er minder aanbod is. Dit zou zowel netcongestie als betaalbaarheid en duurzaamheid ten goede komen. Maar zover is het dus nog niet, helaas.
De terugleververgoeding waar minister Jetten het over heeft, komt uit een beleidsdocument van 2006. Er is sindsdien heel veel veranderd waardoor je je kunt afvragen of die beleidsregel nog van toepassing is. Als de teruglevertarief namelijk omhoog gaat, gaan alle tarieven omhoog en in de huidige markt lijkt ons dit niet wenselijk. Mogelijkheden voor opslag van elektriciteit gaan hier in de toekomst nieuwe kansen bieden voor terugleverende klanten. Essent is volop actief in de ontwikkeling van opslagbaterijen.'
Vattenfall
'De terugleververgoeding is in lijn met de (verwachte) waarde van de teruggeleverde elektriciteit. Daarbij kijken wij onder andere naar de verwachte marktprijzen in de uren dat klanten aan ons terugleveren én de kosten om vraag en aanbod op het energienetwerk in balans te brengen.
Wij vinden ook dat de terugleververgoeding redelijk moet zijn. In de Elektriciteitswet staat dat ook zo: leveranciers zijn verplicht een redelijke terugleververgoeding te betalen voor de elektriciteit die niet gesaldeerd kan worden. Volgens ons is dat een terugleververgoeding die gelijk is aan de verwachte waarde van de teruggeleverde elektriciteit. Hierover zijn we in gesprek met het ministerie van EZK.
Wij begrijpen deze reactie heel goed. Maar het is goed om te beseffen dat de terugleververgoeding vooral plaatsvindt op momenten dat er veel elektriciteit beschikbaar is. Op zonnige dagen is de marktprijs voor elektriciteit laag, omdat er dan veel elektriciteit wordt teruggeleverd aan het net. Elektriciteit heeft op die momenten dus een zeer beperkte waarde.'