Reacties: 'Informatievoorziening zorghervormingen moet en kan beter'

vergadering_kantoor_werk_312.jpg

'De informatievoorziening naar cliënten die zich onzeker en soms ongerust voelen over de mogelijke gevolgen van de hervormingen voor hun persoonlijke situatie moet en kan beter.' Dat laat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) weten naar aanleiding van onderzoek van Radar naar de informatievoorziening rondom de zorghervormingen. Deze hervormingen zijn per 1 januari 2015 ingegaan.

Uit de enquête onder het Radar Testpanel blijkt dat een meerderheid van de zorgvragers niet is geïnformeerd over de veranderingen binnen de persoonlijke zorg. Twee van de drie mensen die binnen nu en een paar maanden te maken krijgen met zorg vanuit de gemeente, in plaats van vanuit de Rijksoverheid, weten nog niet waar zij aan toe zijn.

'Een aantal weken geleden heeft het ministerie van VWS een voortgangsrapportage over de stand van zaken rondom de decentralisaties gestuurd naar de Tweede Kamer', vertelt woordvoerder Geert Koolen. Uit dat rapport blijkt onder meer dat de informatievoorziening beter kan.

Het ministerie heeft alle wethouders er nogmaals op geattendeerd om ‘zorgvuldig onderzoek te doen naar de behoefte aan ondersteuning en informatie van hun burgers’. Naast gemeenten zijn  ‘zorgkantoren, zorgverzekeraars en uitvoeringsorganisaties verantwoordelijk om mensen individueel te informeren’. Het ministerie laat weten ook bij deze partijen aandacht te vragen voor het belang van goede communicatie.

Radar vroeg ook tien grote steden, waaruit logischerwijs de grootste groepen respondenten afkomstig zijn, om een reactie. De steden ontvingen naast de uitslagen van alle respondenten, de cijfers die de situatie in de eigen stad weergeven. In het overzicht van de reacties, hieronder, staan tussen haakjes de percentages respondenten uit de betreffende stad die te maken hebben met de zorghervormingen, en daarover nog niet geïnformeerd zijn.

Maastricht (74% niet geïnformeerd)

De gemeente Maastricht informeert inwoners voor wie de veranderingen gelden vlak van tevoren: 'De burgers hebben op 8 en 23 december 2014 een brief ontvangen. De gemeente Maastricht neemt contact met de burgers op voor eind 2015 of op het moment dat de huidige indicatie afloopt', laat Jellemiek Zock, directeur Sociale Zaken van de gemeente weten. 'Wij nemen het signaal dat de burgers onvoldoende geïnformeerd zijn ter harte. Samen met de afdeling communicatie bespreken we hoe we dit in de toekomst kunnen voorkomen.'

Eindhoven (74% niet geïnformeerd)

Communicatieadviseur Dulcia Evers laat weten dat gemeente Eindhoven op verschillende manieren en via verschillende kanalen de bewoners heeft geïnformeerd: online, via intermediairs, berichtgeving in kranten en een zorgmagazine, brieven, een speciaal telefoonnummer en informatiebijeenkomsten. Evers: 'De bijeenkomsten in de wijk waren erg nuttig. We hebben gemerkt dat bewoners vooral op zoek gaan naar informatie als ze ermee te maken krijgen. We blijven met de bewoners in gesprek.' Volgens Evers hebben er in Eindhoven, in tegenstelling tot in andere gemeenten, geen veranderingen op het gebied van huishoudelijke hulp plaatsgevonden: 'We hebben hierover niet zo veel gecommuniceerd.'

Zwolle (71% niet geïnformeerd)

De gemeente Zwolle wil niet reageren op de resultaten van het onderzoek. Wel laat woordvoerder Bonnie van der Meer weten op welke wijze de inwoners van Zwolle zijn geïnformeerd: via brieven, persoonlijke communicatie, websites, sociale media en artikelen in kranten en magazines.

Tilburg (64% niet geïnformeerd)

Wethouder Hans Kokke laat namens de gemeente Tilburg weten dat de inwoners met hun vragen over zorg niet alleen bij de gemeente terecht kunnen. Ook een aantal bestaande en bekende organisaties, zoals de GGD en maatschappelijk werk, spelen een rol in de informatievoorziening: 'De zorgaanbieders, daar waar mensen hun daadwerkelijke ondersteuning krijgen, hebben wij een centrale rol gegeven. Ik kan me voorstellen dat Tilburgers de communicatie niet altijd ervaren hebben als communicatie vanuit de gemeente Tilburg.' De wethouder laat tevens weten de onderzoeksgegevens te gebruiken bij de evaluatie van de communicatieactiviteiten.

De gemeenten Amsterdam (58% niet geïnformeerd), Enschede (40% niet geïnformeerd) en  Zoetermeer (46% niet geïnformeerd) hebben aangegeven niet te willen reageren op de uitslagen van het onderzoek.

De gemeenten Den Haag (52% procent niet geïnformeerd), Rotterdam (59% niet geïnformeerd) en Groningen (46% niet geïnformeerd) hebben nog niet gereageerd op de uitslagen.Lees hier de resultaten van het onderzoek over informatievoorziening rondom de zorghervormingen.

Meer over