Zonnepanelen en de energierekening: dit verandert de komende jaren

Zonnepanelen hebben de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen in Nederland. Bijna drie miljoen huishoudens hebben inmiddels panelen op hun dak, gestimuleerd door overheidssubsidies en de salderingsregeling. Deze regeling maakte het mogelijk om de stroom die je zelf opwekt volledig weg te strepen tegen de stroom die je van het net afneemt. Voor huishoudens betekende dit dat hun investering zich relatief snel terugbetaalde en de opgewekte stroom vrijwel direct financieel voordeel opleverde. Maar vanaf 2027 staat er veel te veranderen voor de energietransitie van huishoudens.
Stroom terugleveren kan geld gaan kosten
De salderingsregeling wordt per 1 januari 2027 definitief afgeschaft. Hierdoor kunnen huishoudens de stroom die zij terugleveren niet meer automatisch wegstrepen tegen hun verbruik.
Tegelijkertijd rekenen veel energieleveranciers terugleverkosten: een vergoeding die huishoudens betalen voor het terugleveren van stroom aan het elektriciteitsnet. In sommige gevallen zijn deze kosten inmiddels zo hoog dat ze bijna gelijk zijn aan, of zelfs hoger dan, de terugleververgoeding die de leverancier uitbetaalt. Voor huishoudens kan dit betekenen dat het leveren van zonnestroom straks minder oplevert, of zelfs geld kost.
Terugverdientijd tegenwoordig 20 tot 21 jaar
De financiële gevolgen zijn duidelijk merkbaar in de terugverdientijd van zonnepanelen. Onderzoeksbureau Berenschot berekende dat deze periode nu gemiddeld 20 tot 21 jaar bedraagt, aanzienlijk langer dan voorheen. Ter vergelijking: met de salderingsregeling konden veel huishoudens binnen 10 tot 12 jaar hun investering terugverdienen.
ACM oordeelt: terugleverkosten zijn niet onredelijk hoog
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) houdt toezicht op deze ontwikkelingen en beoordeelt of de door leveranciers opgelegde terugleverkosten de daadwerkelijke kosten zijn. Tot nu toe heeft de toezichthouder vastgesteld dat de kosten bij de onderzochte leveranciers niet onredelijk hoog waren, maar het blijft een aandachtspunt, zeker nu terugleverkosten in sommige gevallen met tientallen procenten per jaar stijgen.
De exacte hoogte van de terugleververgoeding blijft tot 2030 minimaal 50 procent van het stroomtarief, daarna bepalen leveranciers zelf welk percentage zij uitbetalen. Tegelijkertijd blijven de terugleverkosten wel deels blijven bestaan. Dat zorgt voor extra onzekerheid voor huishoudens die hun financiële planning willen baseren op de opbrengst van hun zonnepanelen.
Slimme keuzes consument en overheid
Voor consumenten betekent dit dat slimme keuzes steeds belangrijker worden. Hoe meer opgewekte stroom je zelf direct gebruikt, hoe groter het financiële voordeel, omdat terugleveren aan het net steeds minder oplevert. Apparaten zoals wasmachine, vaatwasser of warmtepomp laten draaien op zonnige momenten helpt om kosten te drukken.
Maar niet alles ligt bij de consument: het vraagt ook om duidelijke keuzes van de overheid. Investeringen in een sterker elektriciteitsnet en nieuwe oplossingen waarbij buurten gezamenlijk stroom opwekken en gebruiken, zijn nodig om zonnepanelen voor iedereen betaalbaar en aantrekkelijk te houden.