Fragment: Geen DigiD, geen energiesteun

In de uitzending van maandag 4 maart 2024 besteedt Radar aandacht aan het Tijdelijk Noodfonds Energie. Het aanvragen van steun uit dit fonds blijkt namelijk weer niet vlekkeloos te verlopen.

Wederom moeite aanvragen energiesteun

Het Tijdelijk Noodfonds Energie is opnieuw geopend voor huishoudens met een laag inkomen en een hoge energierekening. Al tienduizenden huishoudens hebben gebruikgemaakt van dit initiatief, dat wordt ondersteund door energieleveranciers en de overheid.

Maar voor het tweede jaar op rij dreigt die missie te mislukken voor een grote groep mensen. De meest kwetsbaren in onze maatschappij lopen vast in de aanvraag voor het steungeld. Wat betekent dit voor deze mensen die niet digitaal vaardig zijn? Radar zoekt het uit.

Ombudsman vindt aanvraagprocedure oneerlijk

De Nationale Ombudsman, Reinier van Zutphen, heeft scherpe kritiek op de aanvraagprocedure van het Noodfonds. Vandaar dat Van Zutphen demissionair minister Carola Schouten oproept om deze groep alsnog te helpen, en erop wijst dat de huidige procedure “oneerlijk en unfair” is. 

Vorig jaar ook al problemen

Vorig jaar ontving Radar ook al veel klachten over het Tijdelijk Noodfonds Energie, omdat aanvragen ineens werden gesloten. Toen spraken we bijvoorbeeld Jimmy, die meer dan een half jaar moest wachten op zijn energiesteun. 

Blokverwarming? Geen steun noodfonds

Niet alleen het aanvragen van energiesteun is moeilijk, er valt ook weer een groep mensen buiten de boot. Het Noodfonds Energie hanteert namelijk drie voorwaarden om steun te krijgen. Zo mag je maximaal 200 procent van het sociaal minimum verdienen, moet je energierekening meer dan 8 of 10 procent van je bruto-inkomen zijn én moet het contract voor gas, stroom of warmte op jouw naam (of op naam van iemand anders in je huishouden) staan.

Dit betekent dat je geen steun krijgt als je jouw energierekening via de huur betaalt of als je blokverwarming hebt. 

Reactie Noodfonds Energie en Ministerie 

Radar heeft het Tijdelijk Noodfonds en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om een reactie gevraagd. Deze reacties lees je hier: