Hoeveel zakgeld en kleedgeld krijgen anderen écht?
Handig om te weten: hoeveel zakgeld geven andere ouders nou écht? Vanaf welke leeftijd krijgen kinderen een telefoon, en moeten ze aan die kosten meebetalen? En hoe werkt dat met kleedgeld: hoeveel is redelijk, en zijn een winterjas en merkkleding daarbij inbegrepen? Bijna 15.000 ervaringsdeskundigen vertellen hoe zij dit soort zaken aanpakken.
Twee derde van de kinderen krijgt op enig moment in het leven zakgeld, 16 procent krijgt dat niet. In de meeste gevallen (91%) zijn het de ouders die het zakgeld betalen. Een kwart krijgt (ook) zakgeld van opa en oma.
6 jaar is de meest genoemde leeftijd om met zakgeld te beginnen (22%). Dit is ook de leeftijd die door voorlichtingsinstanties wordt aangeraden, omdat kinderen rond die leeftijd leren rekenen. 2 procent krijg al vanaf de geboorte zakgeld. Een kwart krijgt tot zijn of haar 18e zakgeld, 12 procent ook daarna nog. De grootste groep weet echter (nog) niet wanneer met zakgeld gestopt wordt.
Van de respondenten met (klein)kinderen van 12 tot en met 18 jaar, geeft 56 procent aan dat deze zelf geld bijverdienen.
Hoeveel zakgeld geef je?
De meeste kinderen tot 12 jaar krijgen 2,5 euro per week. In de leeftijd van 12 tot en met 18 is dat het dubbele bedrag. Dit komt aardig overeen met de richtlijnen die platform Wijzer in geldzaken online heeft staan.
De helft hoeft geen geld opzij te zetten. 45 procent moet al het zakgeld (7%) of een gedeelte (38%) sparen. Dit zijn overigens gemiddelden: hoe ouder het kind, hoe minder vaak het wordt verplicht om te sparen.
Meerderheid kinderen heeft spaarrekening
Een overgrote meerderheid van de kinderen heeft een spaarrekening op zijn of haar naam staan: in alle leeftijdscategorieën komt dit boven de 80 procent uit. De meeste respondenten storten geld op de rekening van hun (klein)kind. 45 procent doet op regelmatige basis, bijvoorbeeld iedere maand, kwartaal of jaar. 1 op de 5 stort af en toe geld, wanneer er iets over is. Nog eens 13 procent heeft bij het aanmaken van de rekening een bedrag ingelegd.
Wat betaalt een kind zelf?
Wat moet er van het zakgeld betaald worden? Vooral snoep, snacks en uitgaan komen vaak geheel voor eigen rekening. Schoolspullen, toiletartikelen en ov-kosten worden juist veelal geheel vergoed. Aan speelgoed en cadeautjes moeten veel kinderen een gedeelte meebetalen.
De kosten voor een mobiele telefoon worden in veel gevallen door de ouders betaald. 15 procent mag een mobieltje na de 10e verjaardag, 36 procent vanaf zijn of haar 12e. Van de kinderen onder de 6 jaar heeft 0 procent een eigen mobiel.
1 op de 5 respondenten grijpt in wanneer ze het oneens zijn met uitgaven van hun (klein)kinderen. De helft grijpt niet in, maar gaat wel de discussie aan. Een derde houdt zich afzijdig.
Tegenprestaties en zakgeld inhouden
58 procent van de respondenten verlangen geen tegenprestatie voor het zakgeld. Een derde moet helpen in het huishouden, 1 op de 10 moet zich goed gedragen. Ook de eigen kamer netjes houden, de hond uitlaten en je best doen op school worden genoemd. Sommige kinderen hoeven geen tegenprestatie te leveren, maar kunnen met klusjes hun zakgeld ophogen.
Ruim 80 procent houdt nooit zakgeld in als straf. 18 procent doet dat soms wel, 1 procent regelmatig. Voorlichtingswebsites adviseren om zakgeld niet als straf- of beloningsmiddel te gebruiken. Het is immers geen loon: het is ‘leergeld’, bedoeld om kinderen met geld te leren omgaan. Extra geld geven wanneer een kind niet uitkomt met het bedrag, werkt pedagogisch gezien dus ook averechts.
'Merkkleding betaal je zelf maar'
Kleedgeld is minder vanzelfsprekend dan zakgeld: een derde van de respondenten weet (nog) niet of de kinderen of kleinkinderen het krijgen. Bij wie het wel bekend is, krijgt de helft wel, en de andere helft geen kleedgeld. Voorlichtingsinstituut Nibud adviseert om vanaf het 12e jaar met kleedgeld te beginnen.
De meeste kinderen ontvangen maandelijks een bedrag tussen de 25 en 50 euro. Slechts 2 procent krijgt meer dan 100 euro. Uiteraard zegt dit bedrag pas iets als ook bekend is wat kinderen ervan moeten kopen. Zo blijkt dat de meeste kinderen veel zaken gesponsord krijgen. Ondergoed, een winterjas, sport- of werkkleding: de meesten hoeven hier niet aan mee te betalen. De kapper hoeft bijna niemand van zijn of haar kleedgeld te betalen. Schoenen moeten vaak voor een gedeelte zelf betaald worden. Alleen bij merkkleding zien we een andere verdeling: 50 procent moet die helemaal zelf bekostigen; slechts 6 procent krijgt ook dit soort kleding vergoed.Lees ook: 5 tips over zakgeld gevenOver dit onderzoek De vragenlijst is ingevuld door 24.374 respondenten, allen lid van het Radar Testpanel. 14.880 hiervan hebben (klein)kinderen van 18 jaar of jonger. Het onderzoek vond plaats tussen 1 en 13 september 2016.Jouw mening en ervaring telt Het Radar Testpanel bestaat uit ruim 100.000 mensen. Zij nemen deel aan online enquêtes. De resultaten uit deze onderzoeken worden gebruikt in het tv-programma Radar, het magazine RADAR+ en/of voor nieuwsberichten op de website van Radar. Ben je geen Testpanellid, maar wil je dat wel graag worden? Je kunt je gratis aanmelden via deze vragenlijst.
De vragenlijst is ingevuld door 24.374 respondenten, allen lid van het Radar Testpanel. 14.880 hiervan hebben (klein)kinderen van 18 jaar of jonger. Het onderzoek vond plaats tussen 1 en 13 september 2016.Jouw mening en ervaring telt
Het Radar Testpanel bestaat uit ruim 100.000 mensen. Zij nemen deel aan online enquêtes. De resultaten uit deze onderzoeken worden gebruikt in het tv-programma Radar, het magazine RADAR+ en/of voor nieuwsberichten op de website van Radar.
Ben je geen Testpanellid, maar wil je dat wel graag worden? Je kunt je gratis aanmelden via deze vragenlijst.